Wet van 05-06-2024, Stb. 2024, 162

Wet houdende regels over een bestuursrechtelijke aanpak van online kinderpornografisch materiaal (Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal)

—In Nederland wordt meer kinderpornografisch materiaal via het internet verspreid dan in enig ander Europees land. Deze wet is erop gericht het Nederlandse internet te schonen van online kinderpornografisch materiaal. Het wordt mogelijk om door middel van bestuursrechtelijke instrumenten op te treden tegen aanbieders van communicatiediensten, in het bijzonder aanbieders van hostingdiensten, door wier diensten online kinderpornografisch materiaal wordt opgeslagen of doorgegeven. Het wordt mogelijk om aan deze aanbieders een bindende aanwijzing te geven. De aanwijzing houdt het bevel in om online kinderpornografisch materiaal binnen een korte termijn, van ten hoogste twaalf uren, ontoegankelijk te maken, zodat het niet meer mogelijk is om dit materiaal te benaderen. Naleving van deze verplichting kan worden afgedwongen met een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete van tot 10% van de omzet. De aanwijzing kan tot verschillende typen aanbieders van communicatiediensten worden gericht:

  • de dienstverlener die gegevens opslaat (‘hosting’; deze zal altijd primair aangewezen worden, indien mogelijk);
  • de dienstverlener die gegevens doorgeeft of toegang tot een communicatienetwerk verschaft (‘mere conduit’) (bijvoorbeeld een internet access provider); en
  • de dienstverlener die gegevens tijdelijk opslaat, met als enige doel de doorgifte van de gegevens aan andere afnemers en op hun verzoek efficiënter te maken (‘caching’).

Deze wet introduceert tevens een verplichting voor aanbieders van hostingdiensten om passende en evenredige maatregelen te nemen om de opslag en doorgifte van online kinderpornografisch materiaal te beperken. Deze maatregelen behelzen geen verplichting voor deze aanbieders om actief toe te zien op de inhoud van gegevens die via hun diensten worden verspreid.

De in deze wet voorgestelde taken en bevoegdheden worden toegekend aan een nieuw zelfstandig bestuursorgaan. De oprichting van dit bestuursorgaan is reeds noodzakelijk in verband met de uitvoering van Verordening 2021/784/EU van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172/89) (TOI-verordening). Dit wetsvoorstel sluit daarbij aan, zodat dit bestuursorgaan mede tot taak krijgt online kinderpornografisch materiaal ontoegankelijk te maken.

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Kamerstukken