Wet van 18-12-2024, Stb. 2024, 426
Wet tot wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling
—Het doel van deze wet is het verbeteren van de koopkracht en het versimpelen van de huurtoeslag. De inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag wordt gelijkmatiger, waardoor de toeslagontvangers beter kunnen inschatten welk effect een inkomensstijging heeft voor hun huurtoeslag en zij meer zekerheid hebben over de hoogte van hun besteedbare inkomen. Ook leidt dit voor een deel van de huurtoeslagontvangers tot een lagere marginale druk: hun huurtoeslag neemt minder snel af wanneer hun inkomen toeneemt. Er worden verschillende maatregelen doorgevoerd: generieke verlaging van de eigen bijdrage met € 11,58 per maand; harmonisering van het aantal huishoudtypes in de huurtoeslag; invoeren van een lineaire inkomensafhankelijke afbouw. Ook is geregeld dat de berekening van de beslagvrije voet op de nieuwe berekening van de huurtoeslag aansluit.
Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van de artikelen IV en V die in werking treden met ingang van 1 juli 2025 en met uitzondering van de artikelen I, III en VI die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Inwerkingtredingsbesluit van 28-01-2025, Stb. 2025, 24
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 december 2024 tot wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling (Stb. 2024, 426)
—De artikelen I, III en VI van deze wet treden in werking met ingang van 1 januari 2026. De artikelen IV en V treden krachtens een eerder besluit in werking met ingang van 1 juli 2025. De overige artikelen zijn met ingang van 1 januari 2025 in werking getreden.