Wet van 11-12-2024, Stb. 2024, 415

Wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten (Uitvoeringswet verordening cryptoactiva)

—Deze wet wijzigt de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet op de economische delicten (Wed) ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) 1093/2010 en (EU) 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PbEU 2023, L 150) (MiCA).

MiCA reguleert de uitgifte van cryptoactiva en het verlenen van cryptoactivadiensten. Cryptoactiva zijn digitale weergaven van waarden of van rechten. Deze waarden zijn vaak niet-intrinsiek, dat wil zeggen niet gebaseerd op een onderliggend activum, product of dienst. De marktwaarde van deze cryptoactiva is dan ook subjectief en louter gebaseerd op wat de koper ervoor wil betalen. Naast deze cryptoactiva reguleert MiCA ook andere vormen van cryptoactiva, zoals ‘stablecoins’. Dit zijn cryptoactiva waarvan de uitgever claimt dat deze gekoppeld zijn aan of gebaseerd zijn op een reserve met onderliggende activa. Gebleken is dat deze claim of belofte in de praktijk vaak niet wordt ingelost. Het gebrek aan een regelgevend kader heeft geleid tot onregelmatigheden en incidenten bij aanbieders van cryptoactivadiensten. Er is in Nederland nog geen regelgevend kader voor cryptoactiva met eisen voor consumentenbescherming, marktmisbruik en doorlopend toezicht hierop. Met MiCA gaan hiervoor binnen de gehele EU dezelfde regels gelden. MiCA heeft als doel om eisen ten behoeve van consumentenbescherming en het tegengaan van marktmisbruik in de handel in cryptoactiva neer te leggen. Hiertoe reguleert MiCA zowel de uitgifte van cryptoactiva als het verlenen van bepaalde cryptoactivadiensten. Voor de uitgifte van cryptoactiva komen er transparantie- en openbaarmakingsvereisten, in de vorm van eisen aan het opstellen van een cryptoactivawitboek. Voor de uitgifte van stablecoins dienen partijen een vergunning te hebben en gelden er eisen ten aanzien van de onderliggende reserves. Ook voor cryptoactivadienstverleners wordt er een vergunningplicht ingevoerd en komen er eisen om consumenten te beschermen. Ten slotte bevat MiCA eisen om marktmisbruik tegen te gaan. MiCA heeft rechtstreekste werking. Met uitzondering van de artikelen die zien op de handhaving leidt de verordening daardoor niet tot aanpassing van nationale regelgeving.

De belangrijkste onderdelen van MiCA worden in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel toegelicht. Omdat de regelgeving op dit terrein grotendeels geheel nieuw is, wordt de verordening vrij uitvoerig toegelicht. In paragraaf 1 van de MvT wordt dieper ingegaan op de verschillende definities, typen cryptoactiva en cryptoactivadienstverleners. In paragraaf 2 komt de uitgifte van cryptoactiva aan bod. In paragraaf 3 wordt nader ingegaan op de uitgifte van activagerelateerde tokens en e-moneytokens. In paragraaf 4 komen de aanbieders van cryptoactivadiensten aan bod. Paragaaf 5 behandelt het voorkomen en verbieden van marktmisbruik en tot slot gaat paragraaf 6 nader in op toezicht en handhaving.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) worden met deze uitvoeringswet aangewezen als bevoegde autoriteiten in de zin van de verordening en belast met de uitvoering en bestuursrechtelijke handhaving van de bij of krachtens deze verordening gestelde regels. Het toezicht op de uitgifte van stablecoins wordt bij DNB ondergebracht. AFM wordt de toezichthouder ten aanzien van de overige onderdelen van MiCA. Naast de bestuursrechtelijke handhaving wordt een aantal bepalingen uit MiCA onder de reikwijdte van de Wed gebracht. Hiermee ontstaat voor deze onderdelen van MiCA een duaal stelsel. Overtredingen van deze bepalingen uit de verordening kunnen zodoende zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. De bepalingen uit MiCA die onder de reikwijdte van de Wed worden gebracht, kunnen worden ingedeeld in de volgende categorieën: vergunningsplicht, prudentiële eisen, marktmisbruik, onafhankelijke audits en informatievoorziening aan het publiek. Voor al deze categorieën geldt dat overtreding van deze bepalingen van een dusdanige ernst kan zijn dat in specifieke gevallen stafrechtelijke afdoening passender wordt geacht dan bestuursrechtelijke afdoening.

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Kamerstukken