Wet van 21-04-2021, Stb. 2021, 220

Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten)

—Deze wet bevat maatregelen voor verdere versteviging en verankering van de positie van het slachtoffer, over de gehele breedte van het Nederlands strafrecht. De maatregelen zijn van uiteenlopende aard, die verschillende onderdelen van zowel het formele als het materiële strafrecht raken.

In de eerste plaats strekt de wet tot invoering van een verschijningsplicht voor de voorlopig gehechte verdachte die wordt verdacht van een ernstig zeden- of geweldsmisdrijf, een maatregel die is aangekondigd in het Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst 2017–2021. Deze verschijningsplicht ziet zowel op het onderzoek ter terechtzitting als op de zitting waarop uitspraak wordt gedaan. Daarmee wordt in deze zaken zeker gesteld dat het slachtoffer zijn spreekrecht kan uitoefenen in het bijzijn van de verdachte. De rechter kan in uitzonderlijke gevallen de verplichting tot verschijnen achterwege laten. Hierbij kan gedacht worden aan situaties waarin een verdachte ernstig ziek is en om die reden niet bij de terechtzitting of uitspraakzitting aanwezig kan zijn. Hiernaast kan het voorkomen dat geen van de procesdeelnemers de verplichte verschijning wenselijk of noodzakelijk vindt. In deze situaties kan de voorzitter van de rechtbank beslissen dat de verplichte verschijning achterwege blijft. Deze uitzonderingsgrond is toegevoegd na een kritisch advies van (onder andere) de Afdeling advisering van de Raad van State op dit punt.

In de tweede plaats moet de wet bijdragen aan een duidelijker inbedding van het spreekrecht in het strafproces door wettelijk vast te leggen op welk moment tijdens het onderzoek op de terechtzitting daarvan gebruik kan worden gemaakt. Ook breidt de wet de wettelijk aangeduide kring van spreekgerechtigde nabestaanden uit, zodat ook de stief-familie daaronder komt te vallen.

De wet heeft tevens tot doel een steviger rechtspositie voor het slachtoffer te realiseren in de fase waarin de straf of maatregel ten uitvoer wordt gelegd. In dit kader wordt een spreekrecht op de tbs-verlengings-zitting ingevoerd voor zover het gaat om de inhoud van de bijzondere voorwaarden die aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege verbonden kunnen worden en voor zover het voorwaarden zijn die de spreekgerechtigde aangaan. Dit spreekrecht wordt in soortgelijke zin geregeld in het kader van de pij-maatregel. Ook worden enkele verbeteringen aangebracht in de wettelijke regeling omtrent de informatierechten van het slachtoffer in de fase van de tenuitvoerlegging. Bij amendement is nog aan toegevoegd dat slachtoffers ook bij een tussentijdse zitting gebruik mogen maken van het spreekrecht bij een wijziging van voorwaarden, indien de voorwaarden direct de belangen van het slachtoffer raken.

Ten slotte regelt de wet nog een aantal andere onderwerpen. Het gaat dan om het creëren van een wettelijke grondslag voor het toepassen van de zogeheten ‘voorschotregeling’ ingeval de betrokken persoon slachtoffer is van een overtreding. Tevens wordt uitvoering gegeven aan de toezegging om een motiveringsplicht voor de opsporingsambtenaar in te voeren ingeval hij besluit om de aangever geen kopie van zijn aangifte dan wel geen kopie van het proces-verbaal van zijn aangifte te verstrekken.

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 21 juni 2022, Stb. 2022, 267

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet uitbreiding slachtofferrechten (Stb. 2021, 220)

—Met ingang van 1 juli 2022 treden in werking artikel I, onderdelen A, B, E en K, en artikel V. Met ingang van 1 januari 2023 treedt in werking artikel I, onderdelen C, D, F en H, eerste lid.

Inwerkingtredingsbesluit van 03-06-2024, Stb. 2024, 149

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van de gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet uitbreiding slachtofferrechten (Stb. 2021, 220)

—De Wet uitbreiding slachtofferrechten treedt gefaseerd in werking. De eerste en tweede tranche zijn in werking getreden op respectievelijk 1 juli 2022 en 1 januari 2023 (Stb. 2022, 267). Dit koninklijk besluit betreft de derde tranche die bestaat uit onderdelen die in werking treden op 1 juli 2024. De overige onderdelen zullen op een latere datum in werking treden. Artikel I, onderdelen G, H, onder 2, I, J en Ra, van de Wet uitbreiding slachtofferrechten treedt in werking met in­­gang van 1 juli 2024. Deze onderdelen hebben onder andere betrekking op de verplichting van de verdachte om in persoon te verschijnen en de verplichting van de officier van justitie om, indien het slachtoffer en anderen die te kennen hebben gegeven gebruik te willen maken van het spreekrecht op grond van artikel 51e, derde, vierde, zevende of achtste lid, gehoor te geven aan schriftelijke verzoeken om oproeping voor de uitoefening van het spreekrecht. 

Kamerstukken