Wet van 20-03-2015, Stb. 2015, 136 

Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB)

—Met deze wet worden de voorwaarden in het kader van de bijstand uitgebreid met een taaleis, teneinde de kansen voor participatie op de arbeidsmarkt te vergroten. De wet betreft, net als de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten  (Stb. 2014, 269) en de Invoeringswet Participatiewet (Stb. 2014, 270) een nadere uitwerking van een aantal afspraken uit het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’. De regering wil benadrukken dat de verantwoordelijkheid van de overheid in deze complementair is aan de eigen verantwoordelijkheid van de bijstandsgerechtigden voor de voorziening in de kosten van het bestaan. De bijstand heeft dan ook niet als doel om te dienen als oneindige uitkering. De regering stelt zich op het standpunt dat de belanghebbende zo snel mogelijk weer uit de bijstand dient te komen en daartoe alles doet wat in zijn of haar vermogen ligt. Daartoe behoort het verkrijgen van een voldoende mate van beheersing van de Nederlandse taal.


Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 22-05-2015, Stb. 2015, 194

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 20 maart 2015 tot wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot taalbeheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB) (Stb. 2015, 136)

— De wet treedt in werking m.i.v. 01-01-2016.


Kamerstukken