Wet van 14-10-2020, Stb. 2020, 412

Wet tot wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie gaan verrichten of verrichten (screening ambtenaren van politie en politie-externen)

—Deze wet zorgt voor een intensivering van het betrouwbaarheidsonderzoek van ambtenaren van politie en politie-externen, met als doel de integriteit van de politie te versterken. Het nieuwe beleid gaat uit van de volgende hoofdregels:

Algemeen

  1. Iedereen die bij of voor de politie gaat werken, wordt gescreend.

Werkzaamheden als ambtenaar van politie

  1. Uitgangspunt voor het verrichten van werkzaamheden als ambtenaar van politie vormt het zogenoemde betrouwbaarheidsonderzoek. Dit onderzoek, dat door het bevoegd gezag wordt uitgevoerd, omvat een onderzoek van justitiële gegevens, politiegegevens en gegevens uit open bronnen alsmede gegevens van referenten en van de betrokkene zelf omtrent onder meer afhankelijkheden en de financiële situatie van de betrokkene.
  2. Als de te verrichten werkzaam­heden een verhoogd risico kunnen vormen voor de integriteit van de politie, wordt bovendien een omgevingsonderzoek gedaan naar in het bijzonder de partner en de kinderen van de betrokkene aan de hand van justitiële gegevens, politiegegevens en gegevens uit open bronnen.
  3. Indien het werkzaamheden betreft waarin technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie worden verricht, kan het bevoegd gezag bepalen dat wordt volstaan met een verklaring omtrent het gedrag (de VOG).

Externe

  1. Uitgangspunt voor de externe (de persoon die werkzaamheden verricht voor de politie) is dat hij wordt gescreend door middel van een VOG.
  2. Indien de externe werkzaamheden verricht die niet (wezenlijk) verschillen van de werkzaamheden van een ambtenaar van politie of indien hij structureel toegang heeft tot gevoelige informatie, wordt een betrouwbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Onder dezelfde voorwaarden als voor de ambtenaar van politie kan ook een omgevingsonderzoek aan de orde zijn.

Screening ambtenaar van politie en externe tijdens werkzaamheden

  1. Alle ambtenaren van politie en externen worden tijdens het uitvoeren van werkzaamheden opnieuw gescreend op dezelfde wijze als zij initieel zijn gescreend. Dit kan gebeuren, indien feiten of omstandigheden dit rechtvaardigen (hernieuwd incidenteel betrouwbaarheidsonderzoek), of indien daarvan geen sprake is, na het verstrijken van een bepaalde termijn (hernieuwd periodiek betrouwbaarheidsonderzoek).
  2. Voor personen ten aanzien van wie een betrouwbaarheidsonderzoek is uitgevoerd, geldt daarnaast dat tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden een continue controle op veranderingen in de justitiële documentatie plaatsvindt en dat zij de verplichting hebben wijzigingen in hun persoonlijke omstandigheden te melden.
  3. Indien de betrokkene als gevolg van een wijziging van werkzaamheden onder een zwaarder screeningsregime komt te vallen, gelden voor het uitvoeren van deze werkzaam-heden de regels van dat regime. Dit betekent dat betrokkene eerst conform het zwaardere screeningsregime wordt gescreend voordat tot het uitvoeren van de werkzaamheden kan worden overgegaan.

De wet biedt een grondslag om ten behoeve van het betrouwbaarheidsonderzoek de volgende gegevens te raadplegen:

  1. justitiële gegevens als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wjsg;
  2. politiegegevens als bedoeld in artikelen 8, 9, 10 en 13 van de Wet politiegegevens (Wpg);
  3. gegevens over gezondheid, voor zover verstrekt door de betrokkene dan wel personen of instanties die inzicht hebben in diens betrouwbaarheid en die betrekking hebben op signalen wijzend op verslaving of een andersoortige afhankelijkheid, en
  4. andere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens, waaronder gegevens uit open bronnen, betreffende overige persoonlijke gedragingen en omstandigheden.

Het verrichten van werkzaamheden als ambtenaar van politie is slechts mogelijk indien hiertegen op grond van een onderzoek naar de betrouwbaarheid van betrokkene geen bezwaar bestaat. Van een bezwaar is sprake, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag onvoldoende waarborgen zijn aangetroffen dat de betrokkene betrouwbaar kan worden geacht. Bij de aanwezigheid van bepaalde gegevens wordt het ontbreken van zulke waarborgen voorondersteld (zogenoemde zwaarwegende beletselen). Het gaat daarbij uitsluitend om justitiële gegevens. Indien de betrokkene onherroepelijk is veroordeeld ter zake een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen misdrijf, wordt op voorhand een bezwaar tegen het verrichten van werkzaamheden als ambtenaar van politie verondersteld.

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 12 november 2022, Stb. 2022, 453

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 14 oktober 2020 tot wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen worden of zijn en personen die krachtens overeenkomst werkzaamheden voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie gaan verrichten of verrichten (screening ambtenaren van politie en politie-externen) (Stb. 2020, 412)

—De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Kamerstukken