Wet van 15-05-2019, Stb. 2019, 187
Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES teneinde enkele bijzondere bepalingen inzake belediging van staatshoofden en andere publieke personen en instellingen te doen vervallen
—Deze wet schrapt in de eerste plaats de bijzondere strafbaarstellingen voor majesteitsschennis in artikelen 111 tot en met 113 Wetboek van Strafrecht. De verschillen tussen het commune beledigingsdelict en het bijzondere majesteitsschennisdelict die maken dat de initiatiefnemer van de wet Kees Verhoeven (D66) dit onderscheid niet langer wenselijk vindt, betreffen de (voor majesteitsschennis geldende) niet proportioneel geachte strafmaat, de mogelijkheid tot een bijkomende ontzegging uit het kiesrecht en het ontbreken van een openbaarheids- of kenbaarheidsvereiste en van een rechtvaardigheidsgrond met oog op het openbaar belang. De initiatiefnemer beoogt nadrukkelijk niet om het beledigen van de Koning, bevriende staatshoofden en andere gezagsdragers straffeloos te maken. Uitgangspunt is dat het strafrecht op dit punt nog steeds een functie kan hebben. Maar bijzondere delicten, onder meer met betrekking tot majesteitsschennis, zijn daarvoor niet nodig. De bestaande commune beledigingsdelicten in het Wetboek van Strafrecht, smaad en smaadschrift (art. 261 Sr), laster (art. 262 Sr) en eenvoudige belediging (art. 266 Sr) volstaan.
Voor belediging van de Koning geldt daarbij wel – net als voor ambtenaren (met uitzondering van van algemeen vertegenwoordigende lichamen) – de strafverzwaring van artikel 267 Sr en geldt geen klachtvereiste om te kunnen vervolgen (artikel 269 Sr). De Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot en de Regent zijn daartoe toegevoegd aan de opsomming van personen genoemd in artikel 267 Sr waarvan belediging kan resulteren in een hogere gevangenisstraf en waarbij het klachtvereiste niet geldt.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 18-07-2019, Stb. 2019, 277
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 15 mei 2019 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES teneinde enkele bijzondere bepalingen inzake belediging van staatshoofden en andere publieke personen en instellingen te doen vervallen (Stb. 2019, 187)
—De wet treedt in werking met ingang van 01-01-2019.
Kamerstukken
- TK 2015/16, 34 456, nr. 1
- TK 2015/16, 34 456, nr. 2
- TK 2015/16, 34 456, nr. 3
- TK 2016/17, 34 456, nr. 4
- TK 2016/17, 34 456, nr. 5
- TK 2016/17, 34 456, nr. 6
- TK 2016/17, 34 456, nr. 7
- TK 2016/17, 34 456, nr. 8
- TK 2016/17, 34 456, nr. 9
- TK 2017/18, 34 456, nr. 15
- EK 2017/18, 34 456, nr. A
- EK 2017/18, 34 456, nr. B
- EK 2018/19, 34 456, nr. C
- EK 2018/19, 34 456, nr. D
- EK 2018/19, 34 456, nr. E
- EK 2018/19, 34 456, nr. F
- EK 2018/19, 34 456, nr. G
- EK 2018/19, 34 456, nr. H