Wet van 05-10-2016, Stb. 2016, 361

Wet tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal

—Deze wet heeft tot doel de mogelijkheden uit te breiden om in het College van procureurs-generaal een lid te benoemen met specialistische kennis en ervaring op het gebied van financiën en bedrijfsvoering. Daartoe wordt erin voorzien dat in het College ten hoogste één lid kan worden benoemd, dat niet voldoet aan de vereisten tot benoeming als rechterlijk ambtenaar, bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Voor een goede besturing van het OM wordt het wenselijk geacht om te beschikken over voldoende mogelijkheden om in het College een bestuurder te kunnen benoemen die beschikt over specialistische kennis en ervaring op het gebied van financiën en bedrijfsvoering (inclusief ICT), alsmede over een netwerk met relevante partijen binnen en buiten de rijksoverheid op deze gebieden. Daartoe wordt het met deze wet mogelijk gemaakt om één procureur-generaal in het College aan te stellen voor wie niet het wettelijke vereiste van een juridische opleiding geldt. Hiertoe is wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren noodzakelijk. Deze procureur-generaal zal volledig deelnemen aan, en medeverantwoordelijk zijn voor, alle collegiale beraadslaging en besluitvorming door het College. In dat verband zal deze procureur-generaal dezelfde bevoegdheden hebben als iedere andere procureur-generaal, met uitzondering van de bevoegdheid tot het uitoefenen van individuele rechterlijke taken. Hij zal derhalve niet – zoals de andere leden van rechtswege – kunnen optreden als plaatsvervangend advocaat-generaal bij het landelijk ressortsparket of plaatsvervangend officier van justitie bij de andere parketten. Hiermee wordt tevens uitvoering gegeven aan de aanbeveling van de commissie Hoekstra te zorgen voor een gediversifieerde samenstelling van het College, door specifieke deskundigheid op het gebied van bedrijfsvoering in het College vertegenwoordigd te laten zijn.


Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 06-12-2016, Stb. 2016, 497

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 5 oktober 2016 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal (Stb. 2016, 361)

—De wet treedt in werking met ingang van 01-01-2017.


Kamerstukken