Wet van 4-11-2010, Stb. 2010, 759
Wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met het verankeren op het niveau van wet in formele zin van het verbod tot privatisering van netten en netbeheerders
—Aanleiding voor deze wetswijziging is het arrest van 22 juni 2010 van het Gerechtshof 's-Gravenhage in de drie hoger beroepzaken die waren aangespannen door respectievelijk Delta (LJN BM8494), Eneco (LJN BM8495) en Essent (LJN BM8496) betreffende de geldigheid van het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten zoals neergelegd in de Elektriciteitswet 1998 en in de Gaswet. Het Gerechtshof oordeelde in dat arrest dat die verboden in strijd zijn met het Europese vrij verkeer van kapitaal. Het Gerechtshof gaf daarbij ook een interpretatie van de reikwijdte en betekenis van het verbod tot het privatiseren van netten en netbeheerders. Het Gerechtshof oordeelde dat dit verbod geen absoluut karakter heeft, omdat de algemene maatregel van bestuur waarin het verbod is neergelegd (het Besluit aandelen netbeheerders) door de regering eenvoudig kan worden gewijzigd en de wetgever aldus de mogelijkheid van privatisering kennelijk heeft willen openlaten. De regering meent dat het oordeel van het Gerechtshof onjuist is en heeft onder andere daartegen cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld. Aanvankelijk was inderdaad de mogelijkheid opengelaten van een geheel of gedeeltelijke privatisering van de aandelen in de netbeheerder. Echter, deze mogelijkheid is nadien in overleg met de Staten-Generaal afgewezen (zie Kamerstukken II 2006/07, 30 212, nr. 58, blz. 13). Deze regeling brengt dat tot uitdrukking door ook bij formele wet het privatiseringsverbod te verankeren. Daarmee stelt wordt tevens het absolute karakter van het privatiseringsverbod buiten twijfel gesteld.
Inwerkingtreding 17-11-2010.