Wet, besluit en inwerkingtredingsbesluit van 23-12-2010, Stb. 2010, 887, 888 en 889

Wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de introductie van en het toezicht op premiepensioeninstellingen

—Introductie van de figuur van de premiepensioeninstelling (PPI). De PPI is een pensioenvehikel dat ook op de Nederlandse pensioenmarkt actief mag zijn, maar waarvan de invoering met name is gericht op de mogelijkheden om in andere lidstaten van de EU activiteiten te ontplooien. Kenmerkend voor de PPI is dat zij weliswaar pensioenregelingen mag uitvoeren, maar daarbij geen risico’s mag verzekeren (zoals lang leven, nabestaanden) en geen garanties omtrent het rendement (de grondslag voor de uitkeringen) mag geven. Dat maakt de PPI bij uitstek geschikt voor zogenoemde Defined Contribution (DC)-regelingen, waarbij wel de premiebijdrage vaststaat, maar niet de hoogte van het uiteindelijke pensioen. De nieuwe instelling biedt extra en nieuwe mogelijkheden om met een apart vehikel beter en makkelijker op de internationale markt pensioenregelingen op basis van beschikbare premie te kunnen aanbieden en te verzorgen. Instellingen kunnen nu al vanuit Nederland buitenlandse pensioen¬regelingen aanbieden, maar worden in dat geval geconfronteerd met de eisen zoals die in het Nederlands toezichtregime gelden. Een aantal van die eisen, zoals het aanhouden van technische voorzieningen, solvabiliteitsmarges en herstelplannen, zijn niet relevant indien een marktpartij zich uitsluitend wil toeleggen op de opbouwfase bij premieregelingen. Voor Nederland zullen de gevolgen van de invoering op korte termijn naar verwachting echter relatief beperkt zijn. De PPI richt zich uitsluitend op premieregelingen en in Nederland is dit een niet veel gebruikte regeling vorm van pensioenvoorziening.

Inwerkingtreding voor het grootste deel op 1-1-2011.
 

Kamerstukken