Wet van 25-05-2016, Stb. 2016, 200 en inwerkingtredingsbesluit van 25-05-2016, Stb. 2016, 201
Wet houdende regels met betrekking tot het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (Wet precursoren voor explosieven)
—Op 9 februari 2013 is de Verordening (EU) nr. 98/2013 van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven gepubliceerd in het publicatieblad (PbEU 2013, L 39). Deze wet strekt ertoe de volledige werking van de verordening in de Nederlandse rechtsorde mogelijk te maken door middel van, onder meer, de introductie van een vergunningstelsel voor precursoren voor explosieven. De wet maakt onderdeel uit van het pakket van maatregelen ter bestrijding van jihadisme als gewelddadige ideologie. De wet implementeert de verordening.
Meer specifiek wordt ingezet op het voor terroristen en andere criminelen moeilijker maken om zelf explosieven te vervaardigen. Dat gebeurt op twee manieren:
- door de verkoop van bepaalde precursoren voor explosieven te beperken door invoering van een vergunningplicht voor particulieren;
- door in Nederland gevestigde marktdeelnemers te verplichten om verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen van deze precursoren voor explosieven en een aantal andere precursoren voor explosieven waarvoor een meldplicht geldt te melden bij de overheid.
De tweede maatregel geldt voor:
- transacties tussen bedrijven en particulieren;
- transacties tussen bedrijven;
- transacties tussen particulieren.
Hiermee kunnen particulieren bepaalde precursoren voor explosieven niet langer legaal in huis hebben zonder vergunning, na de in artikel 16 van de verordening vastgestelde overgangsperiode. Tevens wordt verwacht dat veel bedrijven deze stoffen niet meer aan zullen aanbieden aan particulieren vanwege de kosten die gemaakt moeten worden om de stoffen te mogen blijven verkopen (zoals het opzetten en in stand houden van processen voor verkopen aan particulieren met een vergunning en voor het melden van verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen). Daarmee wordt – naar verwachting – de beschikbaarheid van precursoren na de inwerkingtreding van de wet drastisch beperkt.
Inwerkingtreding m.i.v. 01-06-2016.