Wet van 02-12-2015, Stb. 2015, 456
Wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie
—De wet behelst een wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) alsmede van enige aanverwante wetten (zoals de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO)). Deze wijzigingen strekken in hoofdzaak tot vernieuwing van de in voornoemde wetten opgenomen regeling van de opleiding tot rechter en officier van justitie. Het nieuwe opleidingsstelsel zal de huidige opleidingstrajecten voor recent afgestudeerde juristen, juristen met ruime werkervaring (zij-instromers) en de interne weg voor doorstromers vervangen. Deze opleidingstrajecten worden samengevoegd tot één stelsel van initiële opleidingen waarin maatwerk mogelijk is, afhankelijk van de voorervaring en competenties van kandidaten. De functie van rechterlijk ambtenaar in opleiding (raio) komt in dit nieuwe stelsel te vervallen. In samenhang hiermee zal ook de op de Wrra berustende regelgeving (Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Brra), Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren (Bora) etc.), waarin de rechtspositie van de rechter in opleiding en de officier in opleiding nader wordt geregeld alsmede de opleiding tot rechterlijk ambtenaar, een wijziging van dezelfde strekking ondergaan.
Degene die na inwerkingtreding van deze wet wordt opgeleid voor een functie in de rechtspraak wordt na de introductieperiode benoemd tot rechter-plaatsvervanger. De officier in opleiding wordt na zijn introductieperiode van twee maanden benoemd tot plaatsvervangend officier van justitie. Bij een succesvolle afronding van de opleiding wordt de betrokkene benoemd in het ambt waarvoor deze is opgeleid. Waar op dit moment na voltooiing van de opleiding een raio eerst nog wordt benoemd tot gerechtsauditeur tevens rechter-plaatsvervanger onderscheidenlijk substituut-officier van justitie, zal deze tussenbenoeming komen te vervallen.
De uitgangspunten van het nieuwe stelsel van initiële opleidingen voor rechters en officieren van justitie zijn:
- de opleiding is modulair samengesteld om kandidaten die verschillen in voorervaring en specifieke competenties op maat te kunnen opleiden;
- behouden blijven de voordelen van een gezamenlijke opleiding, zoals het in de praktijk bij elkaar ervaring opdoen en voor zover mogelijk gezamenlijke deelname aan diverse cursussen bij de SSR;
- behouden blijft ook dat een belangrijk deel van de opleiding plaats vindt binnen de gerechten en parketten waar onder begeleiding van een interne opleider in de praktijk wordt geleerd;
- Rechtspraak en openbaar ministerie werven en selecteren elk hun eigen kandidaten;
- de kandidaten maken dus voorafgaand aan de opleiding al de keuze voor de zittende of staande magistratuur door te solliciteren bij hetzij de Rechtspraak hetzij het openbaar ministerie;
- de kandidaten dienen in beginsel te voldoen aan minimaal twee jaar relevante juridische werkervaring buiten de rechterlijke organisatie, opgedaan na het afstuderen;
- de bijdrage van de gerechten en de parketten aan de opleiding (werkgeverschap, kwaliteit en beschikbaarheid van voldoende opleiders) wordt versterkt.
Om vanaf de eerste dag een eigen visie op de rol te ontwikkelen, evenals magistratelijkheid en een visie op de impact op de justitiabele en de samenleving, vindt die opleiding plaats onder begeleiding van een praktijkopleider. Een opleider krijgt daarbij vrijstelling van het primaire werk.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 09-12-2016, Stb. 2016, 503
Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 2 december 2015 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie, het Besluit tot wijziging van onder meer het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie alsmede het Besluit opleiding rechters en officieren van justitie
—De wet en beide besluiten treden in werking met ingang van 01-01-2017.