Wet van 28-03-2013, Stb. 2013, 129

Wet tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en enkele technische aanpassingen

—In de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) zijn de algemene regels ten aanzien van de waardebepaling en de waardevaststelling van onroerende zaken opgenomen. Gemeenten stellen op grond van de Wet WOZ de waarde vast bij voor bezwaar vatbare beschikking. De rijksbelastingdienst, de waterschappen en de gemeenten gebruiken de objectief vastgestelde WOZwaarde voor de belastingheffing en zijn dan ook afnemers van de WOZwaarde. Waarvoor zij de WOZ-waarde afnemen is geregeld in verschillende wetten, zoals de Wet inkomstenbelasting 2001, de Gemeentewet en de Waterschapswet. Vanwege de objectiviteit en de betrouwbaarheid van de WOZ-waarde wordt deze waarde steeds breder gebruikt.

Deze wet bevat een aantal wijzigingen van de Wet WOZ. Het betreft de verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, de regeling van de landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster en het schrappen van de zogenoemde Fierensmarge. Al deze onderwerpen hangen met elkaar samen en dragen volgens het kabinet juist door die onderlinge samenhang bij aan een verbetering van het WOZ-stelsel als geheel. De verwachting is dat meer openbaarheid kan bijdragen aan een grotere maatschappelijke controle van waardegegevens, die de kwaliteit en de toepasbaarheid ervan ten goede zou kunnen komen. Bovendien kan transparantie bijdragen aan een hoger acceptatieniveau van de WOZbeschikkingen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat er op termijn minder bezwaar- en beroepschriften worden ingediend.


Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 15-09-2015, Stb. 2015, 336

Besluit tot inwerkingtreding van artikel I, onderdelen B, C en D, van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en enkele technische aanpassingen (Stb. 2013, 129)

—De genoemde onderdelen treden in werking m.i.v. 01-10-2015. Deze betreffen het laten vervallen van de bepaling over de zogenoemde Fierensmarge, de introductie van de afgifte van een WOZ-beschikking aan iemand die een buiten de belastingheffing liggend belang heeft bij de vastgestelde WOZ-waarde en de mogelijkheid om bezwaar te maken dan wel beroep in te stellen tegen een te lage WOZ-waarde.


Inwerkingtredingsbesluit van 21-09-2016, Stb. 2016, 343

Besluit tot wijziging van de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel B van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en enkele technische aanpassingen (Stb. 2013, 129)

—Artikel II, onderdeel B van de wet treedt in tegenstelling tot het eerdere inwerkingtredingbesluit (Stb. 2015, 506) niet in werking m.i.v. 01-10-2016. Inwerkingtreding is overbodig geworden nu met inwerkingtreding van de Wet basisregistratie grootschalige topografie, Stb. 2013, 379, lid elf van artikel 117 van de Kadasterwet is gewijzigd en hetzelfde doel wordt bereikt.


Kamerstukken