Wet van 5-4-2012, Stb. 2012, 155
Wet tot partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
—Deze wet ziet op de regeling voor verplichte nazorg bij de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel). Bij de implementatie van de wet van 13 december 2010 tot wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten, in verband met de aanpassing van vrijheidsbenemende jeugdsancties (Stb. 2010, 818) is gebleken dat zij aldus kan worden begrepen dat de in artikel 77tb beschreven rechterlijke procedure ook noodzakelijk is om de pijmaatregel tot een onvoorwaardelijk einde te laten komen in de gevallen waarin de nazorg naar wens is verlopen. Dit is onnodig en onwenselijk. De wet reikt hiervoor oplossingen aan. Een tweede knelpunt is geconstateerd bij de mogelijkheid van terugplaatsing van de jeugdige in een justitiële (jeugd)inrichting. Bij de implementatie is gebleken dat de regeling aan kracht zou winnen wanneer een terugplaatsing kortdurend en tijdelijk zou kunnen zijn. Daarmee wordt een zogenoemde ‘time-out’ mogelijk. De mogelijkheid van terugplaatsing kan daarmee door de rechter worden ingezet om de jeugdige te stimuleren zich beter aan de gestelde voorwaarden te houden gedurende de periode van de voorwaardelijke beëindiging. Een dergelijke time-out kan ten hoogste tweemaal worden toegepast.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 4-6-2012, Stb. 2012, 253
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 5 april 2012 tot partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht n verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2012, 155).
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.