Wet van 30-03-2022, Stb. 2022, 157
Wet tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en de Prijzenwet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie (PbEU 2019, L 328) (Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming)
—De richtlijn modernisering consumentenbescherming is het resultaat van inspanningen van de Europese Unie om het consumentenrecht te versterken. De richtlijn modernisering consumentenbescherming beoogt in essentie twee zaken. Ten eerste een betere handhaving van Europese consumentenregels. Met de richtlijn wordt het instrument van sancties verder uitgewerkt, zodat alle lidstaten werkelijk doeltreffende en afschrikkende sancties voor inbreuken binnen de EU kunnen opleggen. Ten tweede bevat de richtlijn modernisering consumentenbescherming een aanpassing van de Europese consumentenregels zodat zij beter geschikt zijn voor nieuwe, met name digitale ontwikkelingen. Met deze richtlijn worden met name de regels die gelden voor online handelaren en aanbieders van onlinemarktplaatsen uitgebreid en verduidelijkt.
Het steeds vaker door consumenten toegepaste online zoeken, vergelijken en kopen van producten en diensten, brengt onduidelijkheden met zich mee, zoals onder meer de vraag welke partij verantwoordelijk is voor de verstrekte informatie, voor een goede uitvoering van de overeenkomst en voor het oplossen van eventuele problemen. De richtlijn modernisering consumentenbescherming bevat daarom expliciete precontractuele informatieverplichtingen voor onlinemarktplaatsen en verduidelijkt en breidt bestaande informatie- en transparantieverplichtingen voor online handelaren (waaronder onlinemarktplaatsen) uit. Hiermee sluiten de Europese consumentenregels beter aan bij nieuwe technologieën en marketingmethoden en wordt een stap gezet om de consument beter te beschermen in een snel veranderende online omgeving. De richtlijn modernisering consumentenbescherming wijzigt vier bestaande Europese richtlijnen: de richtlijn oneerlijke bedingen, de richtlijn prijsaanduiding producten, de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de richtlijn consumentenrechten. In de richtlijn oneerlijke bedingen zijn met de modernisering consumentenbescherming regels met betrekking tot het opleggen van sancties opgenomen. Aan de richtlijn prijsaanduiding producten is een artikel toegevoegd, dat bepaalt dat als een handelaar bij een prijsvermindering refereert aan een vorige prijs, dat die zogeheten referentieprijs de laagste prijs moet zijn die de handelaar in een periode van minimaal dertig dagen voorafgaand aan de toepassing van de prijsvermindering daadwerkelijk heeft gevoerd. Lidstaten mogen op deze hoofdregel een aantal uitzonderingen introduceren. Ook zijn aanvullende regels opgenomen met betrekking tot het opleggen van sancties.
Aan de richtlijn oneerlijke handelspraktijken is een aantal transparantieverplichtingen toegevoegd. Verder is de lijst met oneerlijke handelspraktijken in bijlage I bij de richtlijn oneerlijke handelspraktijken uitgebreid. Bovendien zijn regels over verhaalsmogelijkheden voor consumenten aan de richtlijn oneerlijke handelspraktijken toegevoegd. Tot slot zijn in de richtlijn oneerlijke handelspraktijken aanvullende regels met betrekking tot het opleggen van sancties opgenomen.
Aan de richtlijn consumentenrechten is een aantal nieuwe definities en informatieverplichtingen toegevoegd en een aantal bestaande definities en informatieverplichtingen gewijzigd. Daarnaast is het toepassingsbereik van de richtlijn consumentenrechten uitgebreid tot overeenkomsten tot het verrichten van een digitale dienst waarvoor de consument geen bedrag in geld heeft betaald, maar uitsluitend persoonsgegevens heeft verstrekt of zich ertoe verbindt deze te verstrekken. Ook is een aantal wijzigingen en aanvullingen aangebracht in de regeling van het herroepingsrecht. Tot slot zijn in de richtlijn consumentenrechten aanvullende regels opgenomen over het opleggen van sancties.
De richtlijn modernisering consumentenbescherming wordt geïmplementeerd in Boek 6 van het BW (materiële wijzigingen van de richtlijn oneerlijke handelsprakijken en de richtlijn consumentenrechten), de Prijzenwet en het onderliggende Besluit prijsaanduiding producten (materiële wijzigingen van de richtlijn prijsaanduiding producten) en de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) (de gewijzigde sanctiebepalingen in alle vier de betrokken richtlijnen).
De belangrijkste wijzigingen voor de (Nederlandse) praktijk hebben betrekking op de volgende aspecten:
- nieuwe informatie- en transparantieverplichtingen voor aanbieders van onlinemarktplaatsen en aanbieders van online zoekfuncties;
- consumentenbeoordelingen (o.a. dat als de handelaar toegang biedt tot consumentenbeoordelingen van producten, moet hij informatie verstrekken over of en hoe hij verzekert dat gepubliceerde consumentenbeoordelingen afkomstig zijn van consumenten die het product daadwerkelijk hebben gebruikt of aangekocht);
- gepersonaliseerd prijsaanbod (de handelaar wordt expliciet verplicht om voor het sluiten van de overeenkomst de consument te informeren dat sprake is van een gepersonaliseerd prijsaanbod, dat tot stand is gekomen door middel van geautomatiseerde besluitvorming);
- verstrekking van persoonsgegevens aan een handelaar voor het verrichten van een digitale dienst of levering van digitale inhoud zonder materiële drager;
- doorverkopen van tickets;
- prijsverminderingen;
- effectieve sancties;
- tweevoudige kwaliteit.
De wet treedt in werking met ingang van 28-05-2022.