Wet van 17-07-2024, Stb. 2024, 272

Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie richtlijn milieuaansprakelijkheid)

—De Europese Commissie heeft op 2 juli 2020 Nederland in gebreke gesteld, gevolgd door een met redenen omkleed advies (MROA) op 19 mei 2022, vanwege het volgens de Commissie onvolledig implementeren van artikel 12, eerste lid, van Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (PbEU 2004, L 143). De regering heeft naar aanleiding van de ingebrekestelling het standpunt ingenomen dat juridisch gezien de Richtlijn milieuaansprakelijkheid volledig is geïmplementeerd. De Europese Commissie heeft daarover opgemerkt dit standpunt niet onjuist is, maar dat de Nederlandse wetgeving op onderdelen nadere interpretatie behoeft. Dat heeft de aanleiding gevormd tot deze wetswijziging die artikel 17.15 van de Wet milieubeheer wijzigt en een nieuw artikel 20.2 invoegt in die wet. De wijziging van artikel 17.15 van de Wet milieubeheer houdt een verduidelijking in van de kring van personen die bij (dreigende) milieuschade een verzoek kan doen aan het bevoegd gezag om maatregelen te treffen. Het nieuwe artikel 20.2 van de Wet milieubeheer houdt een aanvullende beroepsmogelijkheid in voor degenen die milieuschade dreigen te lijden zodat wordt voorkomen dat zij als niet-belanghebbenden niet zullen worden ontvangen in hun beroep. Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 8:1 van de Awb al beroep instellen bij de bestuursrechter.

Deze wetswijziging treedt in werking met ingang van 2 oktober 2024.

Kamerstukken