Besluit van 13 juni 2012, Stb. 2012, 270
Besluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met verdere bescherming van zelfstandigen, het plaatsonafhankelijk werken, de invoering van de algemene verplichting voor werkgevers tot het digitaal melden van gegevens bij de Inspectie SZW en van het Warenwetbesluit drukapparatuur in verband met een redactionele aanpassing
—Plaats- en tijdonafhankelijke arbeid, ook bekend als Het Nieuwe Werken (HNW), is een arbeidsvorm in opkomst. Deze arbeidsvorm kenmerkt zich doordat werknemers, binnen de door de werkgever vastgestelde grenzen en met inachtneming van de arbeidsregelgeving, zelf mogen bepalen wanneer ze werken, waar ze werken, hoe ze werken, met welke hulpmiddelen, etc. De Universiteit van Amsterdam heeft onderzocht of de arbeidsrechtelijke regelgeving, met name de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet, belemmeringen opwerpt voor HNW. De conclusie van het onderzoeksrapport is dat de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet nauwelijks belemmeringen bevatten voor de ontwikkeling van HNW. Beide wetten hoeven derhalve niet fundamenteel gewijzigd te worden. De belemmeringen die het onderzoek constateert, zijn op te lossen met beperkte aanpassingen van de regels en nadere interpretatie van enkele bepalingen in lagere regelgeving.
Daartoe wordt het Arbeidsomstandighedenbesluit op de volgende punten gewijzigd:
- De term “thuiswerk” in artikel 1.1, vijfde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit komt te vervallen en vervangen door de term “plaatsonafhankelijke arbeid”.
Met de vervanging van de term “thuiswerk” door plaatsonafhankelijke arbeid wordt gekozen voor een ruimere definitie van dit type arbeid. Plaatsonafhankelijke arbeid viel tot nu toe onder het volledige arboregime. Dat betekent dat als de werknemer arbeid verricht buiten de reguliere arbeidsplaats, bijvoorbeeld in een (internet)café, de werkgever volledig verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden. Dat kan voor de ontwikkeling van deze vorm van arbeid een beperkende factor zijn. Voor arbeid verricht in een woning, het oorspronkelijke “thuiswerk”, gold reeds een lichter arboregime. Het Arbeidsomstandighedenbesluit is zodanig gewijzigd, dat de definitie van thuiswerk in het besluit is gelijkgetrokken met de ruimere definitie van het ILO-verdrag 177, Thuiswerk. Daardoor valt ook plaatsonafhankelijke arbeid op andere plaatsen dan “in een woning” onder deze definitie en daarmee onder een lichter arboregime. De werkgever hoeft dan voor plaatsonafhankelijke arbeid onder andere niet langer te voldoen aan concrete eisen in hoofdstuk 3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, Inrichting arbeidsplaatsen. - Om het Arbeidsomstandighedenbesluit met betrekking tot plaatsonafhankelijke arbeid helderder en toegankelijker te maken, is gekozen voor het onderbrengen van alle artikelen die betrekking hebben op deze vorm van arbeid in één paragraaf. In deze paragraaf, afdeling 10 van hoofdstuk 1, staan nu de definitiebepalingen van plaatsonafhankelijke arbeid, een uitputtend overzicht van de bepalingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit, die van overeenkomstige toepassing zijn op deze vorm van arbeid en een aantal algemene organisatorische bepalingen.
- Ook is ten behoeve van de duidelijkheid, vooruitlopend op een herziening van de EU-richtlijn Beeldschermwerk, de term “conventionele schrijfmachines met display” uit het Arbeidsomstandighedenbesluit geschrapt. De term werd als gedateerd ervaren.
Inwerkingtreding 1 juli 2012.