Wet van 18-06-2019, Stb. 2019, 283
Wet tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van partneralimentatie (Wet herziening partneralimentatie)
—De nieuwe regeling houdt in dat de rechter aan de echtgenoot die niet voldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich in redelijkheid kan verwerven op diens verzoek ten laste van de andere echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud kan toekennen. De rechter kan op verzoek de uitkering toekennen onder de vaststelling van voorwaarden en van een termijn. Deze vaststelling kan niet tot gevolg hebben dat de uitkering later eindigt dan op grond van de toepasselijke termijn, bedoeld in artikel 157. Dat artikel bepaalt dat indien de rechter geen termijn heeft vastgesteld, de alimentatieverplichting eindigt na een termijn die gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaren. Hierop zijn twee wettelijke uitzonderingen: langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen. Bij huwelijken langer dan vijftien jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste tien jaar lager is dan de AOW-leeftijd, is de duur maximaal tien jaar. Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt, is de duur maximaal twaalf jaar. De verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud eindigt niet eerder dan op het tijdstip waarop de uit het huwelijk van de echtgenoten geboren kinderen de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt. Dan is er nog een extra bescherming van oudere alimentatiegerechtigden: alimentatiegerechtigden van vijftig jaar en ouder die langer dan vijftien jaar zijn getrouwd, hebben recht op tien jaar alimentatie. Deze extra maatregel vervalt na zeven jaren. De termijnen beginnen te lopen vanaf de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.
Ook bevat de wet een hardheidsclausule voor schrijnende gevallen en voorziet in overgangsrecht. Tot slot wordt bepaald dat de berekeningen van de behoefte en draagkracht, die aan de beschikking betreffende het verstrekken van levensonderhoud ten grondslag liggen, worden verstrekt aan de verzoeker en de in de procedure verschenen belanghebbenden. De wet wordt geëvalueerd na acht jaar.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 17-09-2019, Stb. 2019, 352
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 juli 2019 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van partneralimentatie (Wet herziening partneralimentatie) (Stb. 2019, 283)
—De wet treedt in werking met ingang van 01-01-2020.
Kamerstukken
- TK 2014/15, 34 231, nr. 1
- TK 2014/15, 34 231, nr. 2
- TK 2014/15, 34 231, nr. 3
- TK 2015/16, 34 231, nr. 4
- TK 2015/16, 34 231, nr. 5
- TK 2016/17, 34 231, nr. 6
- TK 2016/17, 34 231, nr. 7
- TK 2017/18, 34 231, nr. 8
- TK 2017/18, 34 231, nr. 9
- TK 2017/18, 34 231, nr. 10
- TK 2018/19, 34 231, nr. 13
- TK 2018/19, 34 231, nr. 18
- EK 2018/19, 34 231, nr. A
- EK 2018/19, 34 231, nr. B
- EK 2018/19, 34 231, nr. C
- EK 2018/19, 34 231, nr. D
- EK 2018/19, 34 231, nr. E