Rijkswet van 10-07-2019, Stb. 2019, 290

Rijkswet tot goedkeuring van het op 11 december 2008 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de overeenkomsten voor het internationaal vervoer van goederen geheel of gedeeltelijk over zee (Trb. 2011, 222 en Trb. 2013, 42)

—Het voornaamste doel van dit Verdrag is het moderniseren en uniformeren van de bestaande verdragen inzake goederenvervoer over zee. De modernisering zorgt ervoor dat de regels voor goederenvervoer over zee aansluiten bij de huidige tijd. Zo houdt het Verdrag rekening met containervervoer en is het mogelijk om gebruik te maken van een elektronisch vervoerbestand. Dit alles bevordert het internationale zeevervoer. Uniformiteit zorgt ervoor dat er minder risico’s verbonden zijn aan het sluiten van internationale vervoerovereenkomsten, omdat voor elke staat, die partij is bij het Verdrag, dezelfde regels gelden en deze op voorhand bekend zijn. Ook leidt uniformiteit tot efficiënter goederenvervoer over zee doordat iedereen dezelfde regels toepast, hetgeen zal leiden tot een verlaging van de vervoerskosten. Het Verdrag vervangt de Hague Rules, de Hague Visby Rules en de Hamburg Rules. Voor Nederland betekent dit dat de Hague Visby Rules worden opgezegd. 

Het Verdrag verschilt op een aantal punten van de Hague Rules en de Hague Visby Rules. Een eerste verschil is dat de Hague Rules en de Hague Visby Rules, kort gezegd, van toepassing zijn op vervoerovereenkomsten die zijn neergelegd in een cognossement. In het Verdrag wordt aangeknoopt bij de overeenkomst zelf (zie artikel 5 van het Verdrag). De contractuele relatie tussen partijen is van belang en niet de benaming van het document. Het Verdrag spreekt hierdoor niet meer van ‘cognossement’, maar van ‘vervoerdocument’.

Een tweede verschil is dat het Verdrag bepalingen bevat die beter aansluiten bij de huidige tijd. Voorbeelden betreffen de mogelijkheid om gebruik te maken van elektronische vervoerdocumenten en dat het Verdrag rekening houdt met het vervoer van goederen per container. 

Ten derde bevat het Verdrag een andere aansprakelijkheidsregeling dan de bestaande verdragen. De aansprakelijkheidslimieten zijn verhoogd (zie artikel 59 van het Verdrag) en de mogelijkheid is opgenomen om een rechtstreekse actie in te stellen tegen de maritieme uitvoerende partij (zie artikel 20 van het Verdrag). Ook kent het Verdrag, in tegenstelling tot de Hague Visby Rules, geen uitsluiting van aansprakelijkheid meer voor navigatiefouten.

Een ander belangrijk verschil is dat het Verdrag ervoor zorgt dat bepaalde leemtes in de bestaande regelgeving worden opgevuld. Dit wil zeggen dat het Verdrag regels bevat die niet zijn opgenomen in de Hague Rules, Hague Visby Rules of Hamburg Rules, maar waaraan in de praktijk wel behoefte bleek te zijn. Een voorbeeld is de regel dat de vervoerder de goederen moet vervoeren naar de plaats van bestemming en deze daar moet afleveren aan de geadresseerde (zie artikel 11 van het Verdrag). Ook het zeggenschapsrecht over goederen is nieuw (zie artikel 50 tot en met 56 van het Verdrag). De eigenaar van een goed kan hierdoor tijdens de gehele reis instructies geven aan de vervoerder.

Tot slot, anders dan de verdragen die onderhavig Verdrag vervangt, ziet dit Verdrag niet alleen op het vervoer over zee, maar ook op het aanvullende vervoer. Dat kan vervoer over weg of spoor zijn, maar ook via binnenvaart.

Inwerkingtreding met ingang van 05-09-2019. 


Kamerstukken

R2106