Wet van 05-11-2014, Stb. 2014, 430
Wet ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring (PbEU 2012, L 201) (Uitvoeringswet Verordening Erfrecht)
—De Erfrechtverordening zorgt voor uniforme ipr-regels op het terrein van het erfrecht. Deze uniformering maakt dat de vererving en afwikkeling van grensoverschrijdende nalatenschappen aanzienlijk wordt vereenvoudigd en minder kostbaar zal zijn voor burgers in de EU. De verordening zal vanaf 17 augustus 2015 in al haar onderdelen verbindend en rechtstreeks van toepassing zijn in alle lidstaten van de EU. Een uitzondering geldt voor Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. De verordening bevat uniforme iprregels ten aanzien van het toepasselijk recht. Deze regels inzake toepasselijk recht bepalen volgens welk recht vererving én afwikkeling van een grensoverschrijdende nalatenschap plaatsvindt. Ook regelt de verordening de rechtsmacht, de erkenning en tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen alsmede de aanvaarding en tenuitvoerlegging van authentieke akten en gerechtelijke schikkingen. Tot slot wordt in de verordening het instrument van de Europese erfrechtverklaring in het leven geroepen.
De regels van de verordening vinden rechtstreeks toepassing in ons nationale recht. Uitvoering is wel nodig wanneer wij gebruik willen maken van keuzemogelijkheden die de verordening biedt, een bevoegde autoriteit moet worden aangewezen of andere aanvullende voorschriften (moeten) worden bepaald. In dat kader vragen vooral de bepalingen in de verordening met betrekking tot (de instelling van) de Europese erfrechtverklaring en de in de hoofdstukken IV en V van de verordening opgenomen regeling voor het verlof tot erkenning en tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen, authentieke akten en gerechtelijke schikkingen, om uitvoeringswetgeving.
De introductie van de Europese erfrechtverklaring noodzaakt daarnaast tot aanvulling van Boek 4 BW, de Wet op het Notarisambt en de Kadasterwet. Deze wet voorziet hierin. Tot slot wordt Boek 10 BW aangepast, omdat de huidige ipr-regels op het terrein van het erfrecht zullen worden vervangen door de verordening. Ingevolge artikel 20 van de verordening wordt elk recht dat door de verordening is aangewezen toegepast, ongeacht of dit het recht van een lidstaat is of niet. De universele toepassing van de verordening sluit een nationale ipr-regeling op het terrein van het erfrecht uit.
Inwerkingtreding m.i.v. 17-08-2015