Besluit van 22 juni 2011, Stb. 2011, 322
Besluit tot aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, onder meer in verband met het stimuleren van de verlening van rechtshulp door een voorziening als bedoeld in artikel 7, tweede lid, of artikel 8, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand
—Met dit besluit worden het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 gewijzigd. Aanleiding voor deze wijziging is de wens om rechtzoekenden te stimuleren zoveel mogelijk gebruik te maken van het juridisch loket bij het oplossen van juridische problemen.
Dit besluit voorziet in een nieuwe vorm van differentiatie in de hoogte van de eigen bijdrage die rechtzoekenden verschuldigd zijn in geval van een toevoeging. Vóór de inwerkingtreding van dit besluit bestond er al een differentiatie in de hoogte van de eigen bijdrage op basis van de hoogte van het inkomen of vermogen van de rechtzoekende. In aanvulling daarop vindt met dit besluit ook een differentiatie plaats al naar gelang aan rechtzoekenden door het juridisch loket in persoon rechtshulp is verleend met betrekking tot diens individuele rechtsbelang. In het kader van deze rechtshulp moet door het juridisch loket een diagnosedocument worden opgesteld en ter beschikking worden gesteld aan de rechtzoekende. Het diagnosedocument is een schriftelijk document (hetgeen ook elektronisch kan zijn), waarin is opgenomen een analyse van het juridisch probleem, een advies en zo nodig een doorverwijzing naar een andere instantie of een rechtsbijstandverlener. Is dit diagnosedocument opgesteld, dan is de rechtzoekende een lagere eigen bijdrage verschuldigd voor de verkrijging van verdergaande rechtsbijstand. Voorts wordt met dit besluit de bevoorschotting aan advocaten verder teruggebracht. Een van de doelstellingen van de eigen bijdrage is dat rechtzoekenden een afweging maken tussen enerzijds het belang dat is gemoeid met het verkrijgen van rechtsbijstand en anderzijds de kosten van de eigen bijdrage. Lichtvaardig procederen kan hiermee worden voorkomen. De NOvA c.s. heeft voorgesteld om uitzonderingen op te nemen voor zaken in het reguliere vreemdelingenrecht, familierechtelijke procedures en meer in het algemeen zaken waarin sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging. Dit voorstel is niet overgenomen. Daarbij is van belang dat het breed uitzonderen van type zaken meebrengt dat het doel van deze maatregel en de werking daarvan in de praktijk feitelijk illusoir wordt. De filterende werking van het juridisch loket kan bovendien goede effecten hebben in procedures waarin verplichte procesvertegenwoordiging geldt.
Inwerkingtreding 1 juli 2011.