Wet van 20-03-2019, Stb. 2019, 130

Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken (Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie)

—Deze wet strekt tot invoering van een collectieve schadevergoedingsactie en heeft tot doel een efficiënte en effectieve collectieve afwikkeling van massaschade te bevorderen. Gestreefd is naar een balans tussen het belang van gedupeerden om hun rechten te kunnen verwezenlijken en het belang van aangesproken partijen om beschermd te worden tegen ongefundeerde of lichtvaardige massaclaims. Het wordt voor gedupeerden gemakkelijker gemaakt om schade collectief te verhalen, zonder dat daarmee de positie van de aangesproken partij in het gedrang komt. Het materiële aansprakelijkheids- of schadevergoedingsrecht wijzigt niet. Waar onder het huidige recht op een partij een verplichting tot schadevergoeding rust, kan daarvoor met deze wet ook een collectieve vordering in de zin van artikel 3:305a BW worden ingesteld. Bestaat die verplichting tot schadevergoeding naar huidig recht niet, dan verandert de wet daar niets in. Voor de massazaken die zich voordoen, biedt de wet een duidelijk stramien voor gecoördineerde afdoening. Daarmee kan een chaos van vele individuele vorderingen en het in meerdere procedures procederen door verschillende belangenorganisaties over dezelfde gebeurtenis, voorkomen worden.

De wet kent de volgende hoofdlijnen:

  • Schikken wordt aantrekkelijker gemaakt door verbetering van de kwaliteit van collectieve belangenbehartigers, coördinatie van collectieve procedures en meer finaliteit. Voor de regeling is zoveel als mogelijk aangesloten bij de bepalingen die gelden voor een vaststellingsovereenkomst waarvan verbindendverklaring wordt verzocht ingevolge de WCAM. In tegenstelling tot de WCAM-procedure is er echter niet voor gekozen om personen die aan de procedure hebben deelgenomen alsnog een opt-out mogelijkheid te geven, wanneer de rechter een collectieve schikking vaststelt.
  • Er komt één regime voor collectieve acties op grond van artikel 3:305a BW, ongeacht of ze strekken tot schadevergoeding in geld of niet.
  • De ontvankelijkheidseisen voor belangenorganisaties voor het instellen van een collectieve vordering worden aangescherpt op het punt van governance, financiering en representativiteit. Rechtsvorderingen met een ideëel doel en een zeer beperkt financieel belang hoeven niet aan alle ontvankelijkheidseisen te voldoen om ontvankelijk verklaard te kunnen worden. In dat geval mogen zij echter niet strekken tot het verkrijgen van schadevergoeding in geld. 
  • Een collectieve vordering moet een voldoende nauwe band hebben met de Nederlandse rechtssfeer. Van een voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer is sprake, wanneer:
    • (i) de rechtspersoon genoegzaam aannemelijk maakt dat het merendeel van de personen tot bescherming van wier belangen de rechtsvordering strekt, zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, of;
    • (ii) degene tegen wie de rechtsvordering zich richt woonplaats heeft in Nederland, of;
    • (iii) de gebeurtenis of de gebeurtenissen waarop de rechtsvordering betrekking heeft, in Nederland hebben plaatsgevonden;
    • én (naast een van de drie voorwaarden): bijkomende omstandigheden wijzen op voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer. 
  • Massazaken kunnen bij relatief bevoegde rechtbanken in het hele land worden aangebracht, maar worden als één zaak behandeld; ze worden aangetekend in een register voor collectieve acties.
  • Als meer belangenorganisaties een collectieve vordering willen instellen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen over soortgelijke feitelijke en rechtsvragen, wijst de rechter uit hun midden de meest geschikte aan als Exclusieve Belangenbehartiger voor alle gedupeerden.
  • De niet-aangewezen belangen-behartigers blijven wel partij in de procedure.
  • Na aanwijzing van de Exclusieve Belangenbehartiger kunnen gedupeerden zich aan de collectieve belangenbehartiging onttrekken door een opt-out.
  • De uitspraak van de rechter in de procedure is bindend voor alle gedupeerden die niet hebben ge-opt-out.

De procedure kan worden ingezet voor de afwikkeling van alle soorten schade. Ook beperkt de procedure zich niet tot bepaalde vorderingsgerechtigden.


Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 20-11-2019, Stb. 2019, 447

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie en het besluit register collectieve acties (Stb. 2019, 130)

De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.


Kamerstukken