Besluit van 12-03-2014, Stb. 2014, 124. Zie ook Stb. 2014, 128.
Besluit ter implementatie van Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven (PbEU 2011, L 343)
—Het grootste deel van de richtlijn is omgezet middels een daartoe strekkende Implementatiewet (Wet van 11 december 2013 (Kamerstukken 33 749). Met die wet worden voor arbeidsmigranten van buiten de EU de tewerkstellingsvergunning en de verblijfsvergunning samengevoegd tot één vergunning: de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). Richtlijn 2011/98/EU verplicht tot deze samenvoeging van vergunningen. Onder arbeidsmigranten van buiten de EU wordt hier verstaan vreemdelingen van buiten de EU die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd hebben met de beperking ‘arbeid in loondienst’ of ‘lerend werken’. Voor andere vreemdelingen blijft in beginsel een tewerkstellingsvergunning nodig om arbeid te verrichten, maar er gelden diverse vrijstellingen van die eis op grond van artikelen 3 en 4 van de Wet arbeid vreemdelingen, het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen en de bijlage bij de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014. Het besluit betreft het aanpassen van een tweetal algemene maatregelen van bestuur aan de nieuwe situatie in de Vreemdelingenwet 2000 en de Wet arbeid vreemdelingen, waarin de GVVA wordt geïntroduceerd.
Inwerkingtreding 1 april 2014.