Wet van 05-06-2024 Stb. 2024, 174 en inwerkingtredingsbesluit van 14-06-2024, Stb. 2024, 175
Wet tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van enkele bepalingen omtrent de geschillenregeling en ter verduidelijking van de ontvankelijkheidseisen voor de enquêteprocedure voor aandeelhouders en certificaathouders van beursvennootschappen (Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure)
—Deze wet wijzigt Boek 2 BW in die zin dat enkele bepalingen in de geschillenregeling worden aangepast en de ontvankelijkheidseisen voor de enquêteprocedure voor aandeelhouders en certificaathouders van beursvennootschappen (kapitaalverschaffers) worden verduidelijkt. Het doel van deze wet is de effectiviteit van de geschillenregeling te verbeteren door enkele procedurele onderdelen aan te passen. De geschillenregeling is ingevoerd in 1989 en ziet op het beëindigen van geschillen tussen aandeelhouders met behulp van een door de rechter bevolen overdracht van aandelen. Door deze wijziging wordt de geschillenregeling geactualiseerd. Zo worden de gronden waarop en aan wie de verschillende onderdelen van de geschillenregelingsprocedure kunnen worden toegewezen verruimd en wordt de procedure bij de ondernemingskamer neergelegd, in plaats van bij de rechtbank. Ook wordt geregeld dat de uitstotingsprocedure, de procedure tot gedwongen overgang van stemrecht en de uittredingsprocedure voortaan ieder als verzoekschriftprocedure worden gevoerd, in plaats van als dagvaardingsprocedure. Naast een aanpassing van de geschillenregeling worden de voorwaarden die gelden voor de toegang tot de enquêteprocedure voor kapitaalverschaffers van beursvennootschappen verduidelijkt.
Inwerkingtreding
De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzonderdering van het artikel dat luidt: ‘In artikel 398 lid 4 wordt ‘in artikel 396 lid 1’ vervangen door ‘in artikel 395a lid 1, artikel 396 lid 1’, dat in werking treedt met ingang van 22 juni 2024.