Wet van 03-06-2023, Stb. 2023, 242
Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing)
—Deze wet versterkt in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren het handhavingsinstrumentarium in dierenwelzijnszaken. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan een groot deel van de voorstellen zoals opgenomen in de ‘contourenbrief houdverbod’ van 30 juni 2017. Hiermee kan door de aangescherpte maatregelen doeltreffender en sneller worden opgetreden bij de aanpak van diermishandeling en dierverwaarlozing en wordt handhaving beter toegespitst op de situatie.
Met de wet worden de mogelijkheden om een houdverbod op te leggen uitgebreid en wordt het aanhitsen van dieren strafbaar als misdrijf. Daarnaast worden onder meer enkele bestuursrechtelijke maatregelen geïntroduceerd of verruimd.
Ook regelt de wet dat zoogdieren die mogen worden gehouden in beginsel niet mogen worden gedood. Op dit moment geldt het verbod om dieren buiten de veehouderij te doden slechts voor ganzen, honden en katten.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 06-10-2023, Stb. 2023, 334
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing en artikel 1.4 van de Wet dieren (Stb. 2023, 242 en Stb. 2011, 345)
—De Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (Stb. 2023, 242) treedt grotendeels in werking met ingang van 1 januari 2024. Artikel III, onderdeel B treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.