In twee op 10 december 2024 gepubliceerde consultatiereacties op het wetsvoorstel tweestatusstelsel en wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet schrijven de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Raad voor de rechtspraak onder meer grote zorgen te hebben over de gevolgen van de voorgenomen wetgeving voor de rechtspraak.
Met het wetsvoorstel tweestatusstelsel wil het kabinet een tweestatusstelsel (her)introduceren. In dit stelsel wordt onderscheid gemaakt in de rechten van asielzoekers met een vluchtelingenstatus en asielzoekers met subsidiaire bescherming. Doel van de Asielnoodmaatregelenwet is het afschaffen van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en het verkorten van de duur van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Afdeling bestuursrechtspraak
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft grote zorgen over de gevolgen van de voorgenomen wetgeving voor de rechtspraak. Het gaat om de volgende onderdelen:
- het terugbrengen van de geldigheidsduur van een asielvergunning voor bepaalde tijd van vijf naar drie jaar (al eerder voorgesteld in wetsvoorstel Kamerstukken II 2020/21, 35691, nr. 1 t/m 4);
- het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd;
- het schrappen van de voornemenprocedure;
- het efficiënter behandelen van herhaalde aanvragen;
- het schrappen van de mogelijkheid tot nareis voor meerderjarige kinderen en ongehuwde partners;
- de verruimde mogelijkheden voor ongewenstverklaring;
- het invoeren van een tweestatusstelsel.
Deze voorstellen zullen vrijwel allemaal leiden tot een forse extra werkbelasting van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). In de memories van toelichting worden die extra werkbelasting en de daarmee gepaard gaande hoge kosten ook onderkend. Daarbij moet bedacht worden dat door de voorstellen tegelijkertijd in te voeren de lasten en kosten van de afzonderlijke voorstellen zoals die in de memories van toelichting worden beschreven, ook nog worden gecumuleerd. De voorzitter van de Afdeling wijst met klem op dat niet alleen de IND, maar ook de vreemdelingenrechtspraak nu al overbelast is en met personeelstekorten te maken heeft. Daarbij komt dat het Europese Migratiepact in juni 2026 moet zijn verwerkt in de Nederlandse wetgeving. Om dat voor elkaar te krijgen moet veel wetgevingswerk worden verzet. De implementatie brengt ook voor de praktijk veel veranderingen mee.
Raad voor de rechtspraak
De Raad schrijft in zijn advies ‘zeer grote bezwaren’ te hebben tegen de invoering van het tweestatusstelsel. Volgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is de verwachting dat ongeveer 75 procent van de vreemdelingen die de lichtere subsidiaire bescherming krijgt, zal doorprocederen voor de vluchtelingenstatus omdat deze meer rechten biedt. Dit leidt niet alleen tot hoog oplopende werkvoorraden bij de rechtbanken, maar ook tot andere ernstige keteneffecten. De Raad ziet dit risico als zeer reëel en acht het waarschijnlijk dat deze maatregel eerder een verslechtering dan een verbetering zal zijn voor de doorlooptijden binnen de gehele asielketen. Inzake de Asielnoodmaatregelenwet stelt de Raad dat de IND door de kortere duur van een tijdelijke vergunning vaker zal moeten oordelen over verlengingsaanvragen. Hierdoor zal ook het aantal intrekkingen van asielvergunningen stijgen en daarmee ook het aantal beroepen bij de rechter tegen zo’n beslissing. Dit kan met name problematisch zijn als een land van herkomst veilig wordt verklaard en een groot aantal vergunningen in korte tijd tegelijkertijd wordt ingetrokken. Dit zal een ‘zeer zorgelijk zwaar effect’ hebben op de vreemdelingenrechtspraak dat doorwerkt in de hele asielketen.
Tijdsdruk
Het advies van de Raad is een advies op hoofdlijnen. Dit komt omdat de minister een adviseringstermijn stelde van slechts één week. Normaal gesproken wordt aan een wetgevingsadvies zo’n acht weken gewerkt en bij grote stelselherzieningen vaak een paar maanden. Dit is nodig omdat hierbij ook experts van de gerechten, die dagelijks met deze procedures te maken hebben, worden betrokken. Deze essentiële (en wettelijk verplichte) stap is bij dit advies op hoofdlijnen noodgedwongen overgeslagen, waardoor de gevolgen voor de werklast bij de gerechten nog niet voldoende in kaart zijn gebracht. Wetgevingsadvisering is één van de wettelijke taken van de Raad voor de rechtspraak. De Raad benadrukt dat de opmerkelijk korte adviestermijn niet bijdraagt aan wetgeving van hoge kwaliteit, terwijl dit juist zo belangrijk is bij een omvangrijke herziening van het asielstelsel met potentiële gevolgen voor de (grond)rechten van mensen die in een kwetsbare positie verkeren in relatie tot de overheid. In de tweede helft van januari komt de Raad alsnog met een regulier wetgevingsadvies waarbij gedetailleerder op de twee wetsvoorstellen wordt ingegaan.
Consultatiereactie Raad van State op Wetsvoorstellen tweestatusstelsel en Asielnoodmaatregelenwet
Wetgevingsadvies op hoofdlijnen Raad voor de rechtspraak
Bronnen: www.raadvanstate.nl en www.rechtspraak.nl