De Dienst Toeslagen krijgt zestig weken langer de tijd om te beslissen over een bezwaar van toeslagenouders tegen hun financiële compensatie. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beslist op 26 maart 2025. De Afdeling wil bereiken dat de hersteloperatie toeslagen niet nog verder vastloopt. Ook kan de Dienst Toeslagen zich dan weer zoveel mogelijk bezighouden met inhoudelijke besluitvorming en vermindert de belasting voor de rechtbanken.

De hersteloperatie is onder meer vastgelopen door de onrealistisch korte beslistermijn die de wetgever heeft bepaald voor het beslissen op bezwaarschriften. Ook het aanspannen van rechtszaken om met een rechterlijke dwangsom de dienst sneller te laten beslissen, helpt niet meer. De wetgever heeft een oproep van de Afdeling niet opgepakt om realistischere beslistermijnen in de wet op te nemen. Daarom ziet zij zich nu genoodzaakt om zelf een nieuwe beslistermijn voor de bezwaarfase vast te stellen. Die is lang en de Afdeling is zich ervan bewust dat dit bij gedupeerde ouders kan overkomen als beloning van een niet goed functionerende Dienst Toeslagen. Toch is het naar het oordeel van de Afdeling zinloos om de dienst een termijn te stellen die hij overduidelijk niet kan halen.

Nieuwe beslistermijnen

  • In rechtszaken waarin ouders in het gelijk worden gesteld over het uitblijven van een beslissing op hun bezwaarschrift wordt de nadere beslistermijn zo vastgesteld dat er in alle gevallen een totale nadere beslistermijn van 60 weken geldt. Die termijn gaat lopen na afloop van de wettelijke beslistermijn. Zijn na de wettelijke beslistermijn bijvoorbeeld 20 weken verstreken? Dan krijgt de Dienst Toeslagen nog 40 weken de tijd om een beslissing op bezwaar te nemen. Heeft de dienst na afloop van die 60 weken nog steeds geen beslissing genomen? Dan moet hij de ouders een dwangsom betalen van € 100,00 voor elke dag dat die termijn verder wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,00.
  • Als de Afdeling in een rechtszaak over het uitblijven van een beslissing op bezwaar constateert dat de nadere beslistermijn van 60 weken al voorbij is, dan zal zij de Dienst Toeslagen opdragen om alsnog binnen twee weken een beslissing te nemen. Die wettelijke termijn gaat lopen vanaf de dag dat de uitspraak wordt verzonden. Wordt deze termijn van twee weken overschreden? Dan moet de Dienst Toeslagen de ouders een dwangsom betalen van € 250,00 voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,00.

ECLI:NL:RVS:2025:1301

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws