De Commissie cassatie in het belang der wet – bestaande uit prof. mr. R.A.A. Duk, mevr. mr. M.M. Olthof en prof. mr. C.E. du Perron – heeft op 21 september 2015 haar vijfde verslag uitgebracht aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad, mr. J.W. Fokkens.
Het belang van de cassatierechtspraak is niet alleen te vinden in de controle op de juiste toepassing van het recht in de gegeven zaak, maar ook in de vorming van nieuw recht. Wordt in een bepaalde zaak geen cassatieberoep ingesteld dan kan de Hoge Raad niet zelf oordelen over in die zaak door een lagere rechter beoordeelde rechtsvragen. Toch kan in het algemeen belang beantwoording van een rechtsvraag door de Hoge Raad wenselijk zijn. In dat geval biedt de wet aan de procureur-generaal de mogelijkheid bij de Hoge Raad een cassatieberoep in het belang der wet in te stellen (art. 78 lid 1 Wet op de rechterlijke organisatie).
De procureur-generaal ontvangt jaarlijks tientallen verzoeken om dit buitengewoon rechtsmiddel in te zetten. Verzoeken zijn afkomstig van o.a. het openbaar ministerie, andere gerechten, (semi-) overheidsinstellingen, bedrijven, burgers en advocaten. Wanneer de Hoge Raad een uitspraak als gevolg van een cassatie in het belang der wet vernietigt, brengt dit geen verandering in de rechten en de positie van partijen in de betreffende zaak, zoals deze in de vernietigde uitspraak zijn vastgelegd. Cassatie in het belang der wet heeft dus geen rechtsgevolgen voor de betrokken partijen.
In het algemeen zal de procureur-generaal het instellen van een vordering tot cassatie in het belang der wet slechts overwegen wanneer het gaat om een duidelijke, overzichtelijke rechtsvraag waarover zich uiteenlopende rechtspraak ontwikkelt. De procureur-generaal bij de Hoge Raad, mr. J.W. Fokkens is in maart 2009 gestart met een proefproject cassatie in het belang der wet in civiele zaken. Hij heeft daarvoor een commissie ‘cassatie in het belang der wet’ ingesteld. De commissie onderzoekt hoe een ruimere toepassing van het rechtsmiddel cassatie in het belang der wet kan worden bevorderd.
Gesuggereerde onderwerpen
In het vijfde verslag dat de periode 1 juli 2014 tot 1 juli 2015 bestrijkt beveelt de commissie de procureur-generaal aan cassatie in het belang der wet in te stellen over de volgende onderwerpen:
1. Is de combinatie van een verzoek tot kosteloze vereffening van de nalatenschap en een verzoek tot opheffing van de vereffening toelaatbaar?
2. Kan de rechter die een dwangsom heeft opgelegd, deze nog matigen indien handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is?
3. Heeft de beslagene voldoende zekerheid gesteld, zodat de rechter tot opheffing van een conservatoir beslag kan overgaan, indien hij een bankgarantie aanbiedt die eerst kan worden ingeroepen in geval van een toewijzende uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan?
Een meer uitvoerige toelichting over deze onderwerpen en een overzicht van de overige zaken die onder de aandacht van de commissie zijn gebracht, is te vinden in het verslag van de commissie. Het verslag van de commissie is gepubliceerd op de website van de Hoge Raad.
De commissie zet haar werkzaamheden voort en nodigt een ieder uit om uitspraken onder de aandacht van de commissie te brengen die zich zouden lenen voor cassatie in het belang der wet, gelet op het belang van de rechtseenheid en/of de rechtsontwikkeling.
Deze kunnen worden gestuurd aan de secretaris van de commissie cassatie in het belang der wet, mr. H. Logmans, Hoge Raad der Nederlanden, Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.