De Hoge Raad heeft op 2 december 2022 geoordeeld dat er een wettelijke grondslag is voor de verplichte aangifte met eHerkenning. Daarnaast is het toelaatbaar dat kosten moeten worden gemaakt om aan deze verplichting te voldoen.

Vanaf 1 januari 2020 is voor de loonheffingen ingevoerd dat uitsluitend digitaal aangifte kan worden gedaan. Daarvoor is het nodig om in te loggen met het authenticatiemiddel eHerkenning omdat eHerkenning het enige beschikbare middel is dat voldoet aan het Europees vereiste beveiligingsniveau. Afhankelijk van het aantal jaren waarvoor het inlogmiddel wordt aangeschaft, bedragen de kosten € 20 tot € 25 per jaar. Het inlogmiddel is verkrijgbaar bij verschillende commerciële partijen.

Wettelijke grondslag verplichte aangifte met eHerkenning

De Hoge Raad oordeelt dat de regeling die het gebruik van eHerkenning bij het doen van aangiften loonheffingen in feite verplicht stelt, een op de Algemene wet inzake rijksbelastingen gegronde regeling is. Daarin is bepaald op welke wijze het elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst plaatsvindt. Daarmee is sprake van een wettelijke grondslag voor de verplichting om voor het doen van dergelijke aangiften gebruik te maken van eHerkenning.

Aangifteplichtige kosten toelaatbaar

De Hoge Raad oordeelt dat geen rechtsregel eraan in de weg staat dat bij of krachtens een wettelijke regeling aan belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen verplichtingen worden opgelegd waaraan voor hen kosten zijn verbonden. Deze kosten mogen echter niet onevenredig zijn in verhouding tot de met de desbetreffende regeling te dienen doelen. De Hoge Raad oordeelt dat de kosten voor de aanschaf van eHerkenning voor organisaties die een loonadministratie moeten voeren niet van een zodanige omvang zijn dat zij onevenredig zijn in verhouding tot de gerechtvaardigde doelen die met de regeling wordt nagestreefd.

ECLI:NL:HR:2022:1787

Bron: www.hogeraad.nl

Laatste nieuws