Uit de levensloopstudie Levenslange obstakels van het NSCR blijkt dat tweederde van de verdachten met een licht verstandelijke beperking (LVB) recidiveert. Deze groep kampt vaak met een gestaag groeiende problematiek op verschillende vlakken en vindt moeizaam passende hulpverlening. De studie zet vraagtekens bij het strafrecht als meest doeltreffende route voor verdachten met een LVB.

Levenslange obstakels is de eerste levensloopstudie in Nederland naar jongeren met een LVB, die in hun jeugd in aanraking zijn geweest met justitie. Hoe vergaat het hen in de tien jaar na afronding van een jeugdreclasseringsmaatregel? Justitiële documentatie laat zien dat tweederde van de onderzoekspopulatie (N=120) recidiveert. De kans hierop is het grootst in de eerste twee tot drie jaar na afronding van de jeugdreclasseringsmaatregel. De recidivisten plegen veelal vermogens- en geweldsdelicten, waarna gevangenisstraf het meest werd opgelegd.

LVB’er kampt met multiproblematiek en bouwt schulden op
Uit de studie blijkt een disbalans tussen de ‘opdracht’ vanuit de overheid om te participeren in de maatschappij en de door LVB’ers zelf gewenste autonomie én hun feitelijke (on)vermogen. Geleidelijk ontstaat een multiproblematiek rondom levensdomeinen als wonen, werken, financiën, geestelijke gezondheid, middelengebruik en vrijetijdsbesteding, maar ook in contacten met politie en justitie. Door deze factoren bouwt een groot deel van de onderzoekspopulatie schulden op. Hoewel de LVB’ers met enige regelmaat in beeld zijn van verschillende hulpverleningsinstanties, blijkt het moeilijk hulpverlening te vinden die past bij hun specifieke behoeftes. De resultaten van de ingezette hulp zijn niet altijd positief. Het risico op discontinuïteit van de zorg is groot en de hulpverlening wordt geregeld onderbroken door perioden van hechtenis.

Impact van een LVB wordt mogelijk onderschat
Begeleiders van LVB-reclasseringscliënten ervaren hun taak met betrekking tot deze groep als zwaar. Omgekeerd vinden de LVB’ers het zwaar om begeleid te worden. Overschatting van de mogelijkheden en (te) hoge verwachtingen spelen aan beide kanten een rol. Mogelijk wordt de impact van het hebben van een LVB door instanties onderschat. Als het reclasseringstoezicht niet naar behoren is verlopen, blijkt het onduidelijk wat het Openbaar Ministerie vervolgens besluit over het wel of niet opleggen van de voorwaardelijke straf. Ook is niet duidelijk welke impact dit heeft op de criminele carrière van de cliënt.

Is het strafrecht de juiste aanpak voor verdachten met een LVB?
Tot slot geeft de levensloopstudie aanwijzingen voor een samenhang tussen contacten met het strafrecht en een toename van multiproblematiek. Dit roept dan ook de vraag op of het strafrecht de meest doeltreffende route is voor verdachten met een LVB. Het NSCR start komend jaar met onderzoek naar mogelijke alternatieven.

 

Publicatiegegevens

Teeuwen, M., Bruggeman, M., Dirkse, M. & Malsch, M. (NSCR 2020), Levenslange obstakels: een levensloopstudie naar licht verstandelijk beperkten in het strafrecht en in de zorg.

 

Laatste nieuws