De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 12 februari 2025 uitspraak gedaan over de mogelijkheid van de Minister van Financiën om in een schrijnend geval af te wijken van de Wet hersteloperatie toeslagen, bijvoorbeeld als een gedupeerde ouder niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor overname van een toeslagenschuld.
De hardheidsclausule in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen kan worden toegepast in bijzondere situaties. Het gaat dan om situaties waarbij toepassing van de wet ‘onbillijk uitpakt’. Of om situaties waarbij sprake is van zodanige schrijnende omstandigheden dat de minister moet afzien van het toepassen van de wet. Of de wetgever die situaties van tevoren heeft kunnen voorzien of niet is daarbij niet van doorslaggevend belang. Bij schrijnende omstandigheden kan worden gedacht aan serieuze en structurele financiële nood, aan ernstige medische omstandigheden, of aan andere ontwrichtende persoonlijke omstandigheden. Daarbij gaat het niet zozeer om omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode van de toeslagenaffaire zelf. Die zijn vanzelfsprekend in veel gevallen schrijnend geweest en hebben tot schade geleid waar de Wet hersteloperatie toeslagen nu juist een oplossing voor beoogt te bieden. Het moet dus gaan om actuele omstandigheden die samenhangen met de weigering om schulden over te nemen of te compenseren. De Afdeling benadrukt dat de hardheidsclausule een uitzondering maakt op de wet. Het ligt daarom op de weg van de aanvrager om zo concreet mogelijk aan te geven wat zijn of haar situatie bijzonder of schrijnend maakt.
Schrijnende financiële situatie
Net als de rechtbank oordeelt ook de Afdeling in de uitspraak dat de vrouw niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor compensatie van haar schulden. En haar omstandigheden zijn niet zo schrijnend dat de minister een uitzondering moet maken en haar afgeloste schulden alsnog moet compenseren. Het is zonder meer aannemelijk dat de vrouw destijds in financiële nood verkeerde toen zij bij de bank leningen afsloot. Maar om in aanmerking te komen voor toepassing van de hardheidsclausule moet het gaan om actuele omstandigheden die samenhangen met de weigering van de minister om haar afgeloste schulden te compenseren. In dit verband heeft zij alleen aangevoerd dat zij het oneerlijk vindt dat zij door haar vroege aflossing van haar leningen niet meer het volledige bedrag van de Catshuisregeling vrij kon besteden. Maar daarmee is naar het oordeel van de Afdeling niet een zodanige schrijnende financiële situatie ontstaan dat de minister voor haar een uitzondering had moeten maken. De vrouw en haar advocaat zijn niet op de rechtszitting geweest om eventuele andere persoonlijke omstandigheden toe te lichten.
ECLI:NL:RVS:2025:456
Bron: www.raadvanstate.nl