De kortgedingrechter van de rechtbank Den Haag heeft op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in de zaak van Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) tegen de Staat en het COA. In deze zaak vorderde VWN dat de asielopvang zo spoedig mogelijk in overeenstemming wordt gebracht met de daarvoor geldende normen. Daarbij heeft VWN zich vooral gericht op de situatie in Ter Apel en de opvang van asielzoekers in (crisis-)noodopvang.

VWN heeft er onvoldoende vertrouwen in dat de op 26 augustus 2022 en 7 september 2022 door de Staat aangekondigde maatregelen op korte termijn een oplossing zullen bieden voor de bestaande problemen. Er zal volgens VWN immers nog geruime tijd gebruik worden gemaakt van de (crisis-)noodopvanglocaties die niet aan de minimumnormen voldoen. Onduidelijk blijft wanneer de onrechtmatige situatie zal zijn beëindigd. Hoewel de Staat met een verwijzing naar wetgeving een dwingend juridisch instrumentarium in het vooruitzicht heeft gesteld, waarmee wordt beoogd gemeenten een wettelijke taak in de asielopvang te geven, valt volgens VWN niet te verwachten dat deze wetgeving op korte termijn van kracht zal worden. Bovendien is het volgens VWN maar zeer de vraag of deze wetgeving het mogelijk maakt om doortastend te handelen. Volgens VWN had de Staat eerder en met meer urgentie kunnen en moeten inzetten op tijdelijke noodwetgeving. Daarbij wijst VWN onder meer op de spoedwetgeving die in het kader van de bestrijding van de coronapandemie wel versneld is aangenomen.

Beslissing voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen grotendeels toe. Op de Staat (en het COA) rust de verplichting om asielzoekers menswaardig op te vangen. Wat dat concreet inhoudt, wordt ingevuld door in Europees verband vastgestelde normen. De huidige opvang in en rond Ter Apel en in (crisis-)noodopvanglocaties voldoet op onderdelen niet aan die normen. De Staat en het COA moeten ervoor zorgen dat de opvang wél aan deze normen voldoet:

  • uiterlijk binnen negen maanden wordt voorzien in huisvesting, bestaande uit een slaapkamer per gezin of voor maximaal zes personen van hetzelfde geslacht, bestaande uit vier muren, een plafond, een deur die kan worden afgesloten, een raam dat kan worden geopend en minimaal 4 m² slaapruimte per persoon;
  • uiterlijk binnen negen maanden wordt voorzien in huisvesting met een toereikende, adequate en werkende sanitaire infrastructuur;
  • per direct dag en nacht toegang tot drinkwater wordt verschaft;
  • per direct toegang wordt verschaft tot voldoende en geschikt voedsel;
  • uiterlijk binnen vier weken aan minderjarige kinderen toegang wordt verschaft tot speelvoorzieningen en onderwijs;
  • per direct toegang wordt verschaft tot elke vorm van nodige gezondheidszorg, die ten minste spoedeisende behandelingen en de essentiële behandeling van ziekten en ernstige mentale stoornissen omvat.

Hoger beroep Staat en COA

De Nederlandse Staat en het COA hebben gevraagd om deze bepalingen te schorsen tot het Haagse hof tot een eindoordeel is gekomen. Dit schorsingsverzoek wordt behandeld op maandag 17 oktober 2022.

ECLI:NL:RBDHA:2022:10210

Bron: www.rechtspraak.nl, 6 oktober 2022 en www.rechtspraak.nl, 11 oktober 2022

Laatste nieuws