Uit de op 13 december 2023 gepubliceerde Monitor seksueel geweld tegen kinderen 2018-2022 blijkt dat seksueel geweld tegen kinderen in meer dan de helft (58%) van de gevallen plaatsvindt in een woning. Het is hiermee aannemelijk dat de dader in veel gevallen een familielid of bekende van het slachtoffer is. Dit maakt het voor slachtoffers moeilijk om er over te praten en ermee naar buiten te komen, schrijft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Uit registratiecijfers van de politie blijkt dat het seksueel geweld tegen kinderen dat plaatsvindt in een woning onder meer bestaat uit incest, verkrachting, sexting en aanranding. Uit eerder onderzoek van de Nationaal Rapporteur bleek dat bij ruim een derde van de veroordelingen voor seksueel geweld tegen kinderen sprake was van een familieband tussen dader en slachtoffer. Waarschijnlijk gaat het in deze cijfers nog om een onderschatting, omdat bekend is dat slachtoffers van incest, meer nog dan slachtoffers van ander seksueel geweld, vaak veel moeite hebben hierover te praten. Veel verdachten van seksueel geweld tegen kinderen zijn jonger dan 21 jaar (38%). Deze jonge verdachten maken vaak leeftijdsgenoten tot slachtoffer. Het seksueel geweld dat tussen kinderen onderling plaatsvindt, onderstreept volgens de Nationaal Rapporteur het belang van goede relationele en seksuele vorming voor alle kinderen, passend bij hun leeftijd. Het is belangrijk dat ouders er vanuit kunnen gaan dat scholen werken met bewezen effectieve interventies, vooral gezien de maatschappelijke discussie rond dit thema. Het is belangrijk dat de Minister van PVO actief onjuiste beeldvorming over bijvoorbeeld de Week van de Lentekriebels weerlegt en het belang van relationele en seksuele vorming op scholen blijft uitdragen, vindt de Nationaal Rapporteur. Verder beveelt de Nationaal Rapporteur de Staatssecretaris van VWS aan om het samenwerkingsverband tussen ziekenhuizen, GGD, GGZ, politie en Slachtofferhulp Nederland, ondergebracht bij het CSG, te versterken. Dit met het doel de multidisciplinaire aanpak en hulpverlening aan (minderjarige) slachtoffers van seksueel geweld in Nederland te verbeteren. Inspiratie kan worden geput uit modellen in andere landen, met name het Belgische model, dat positieve resultaten heeft behaald en gebaseerd is op centraal gefinancierde fysieke centra met inloopmogelijkheden, interne verhoorkamers en consultatieruimtes. Intensieve samenwerking tussen verschillende partijen uit de strafrechtketen en de hulpverlening onder één dak kan zowel de aanpak van seksueel geweld als het bieden van passende hulp aan slachtoffers bevorderen.