De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 19 augustus 2024 het advies gepubliceerd over de wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022-2025. Volgens de Afdeling zijn de maatregelen niet voldoende om aan de Europese normen te voldoen.

In het kader van de Europese Nitraatrichtlijn wordt iedere vier jaar een actieprogramma vastgesteld om de waterverontreiniging uit agrarische bronnen te verminderen en verdere verontreiniging te voorkomen. De Europese Commissie heeft op verzoek van Nederland een aantal keer een derogatie verleend waarmee Nederland van bepaalde normen kan afwijken. De huidige derogatie wordt geleidelijk afgebouwd en eindigt in 2025. Aan een derogatie zijn ook voorwaarden gesteld die in nationale wetgeving moeten worden opgenomen. In het wetsvoorstel verlaagt de regering de nationale en sectorale mestplafonds.

Afromingsmaatregelen

Het wetsvoorstel bevat een regeling voor afroming bij overdracht van varkens- en pluimveerechten met 30% en een verhoging van de bestaande afroming van fosfaatrechten bij melkvee van 10% naar 30%. Deze afromingsmaatregelen zullen in 2025 in werking treden. Dat betekent dat de afromingsmaatregelen in één jaar tijd de mestproductie zodanig moeten verminderen dat de totale mestproductie in Nederland onder het mestproductieplafond voor stikstof en fosfaat uitkomt. Dit roept de vraag op of de voorgestelde maatregelen daarvoor toereikend zijn. De Afdeling vindt het op dit moment onvoldoende zeker dat de afromingsmaatregelen voldoende resultaat bieden. Daarom moeten er aanvullende maatregelen worden genomen om te verzekeren dat de noodzakelijke vermindering van stikstof- en fosfaatuitstoot in 2025 wordt behaald. Het advies van de Afdeling aan de regering is dan ook om in de toelichting bij het wetsvoorstel overtuigend te motiveren hoe deze vermindering wordt gerealiseerd.

Verschillen tussen sectoren

Tussen de sectoren melkvee, varkens en pluimvee bestaan verschillen in de hoeveelheden mestproductie en de hoeveelheden waarmee de mestproductie de voorgestelde sectorale waarden voor de mestplafonds in 2025 overschrijdt. Dit roept de vraag op of het voorgestelde afromingspercentage van 30% voor iedere sector wel passend is. Het is niet duidelijk of de hoogte van het voorgestelde afromingspercentage is afgestemd op de reductie in mestproductie die per sector bereikt moet worden. Daarom blijft het twijfelachtig of de omvang van het afromen bij verhandeling van varkens- en pluimveerechten proportioneel is. Het advies aan de regering is om ook het afromingspercentage voor de verhandeling van varkens- en pluimveerechten overtuigend te motiveren in de toelichting bij het wetsvoorstel.

Advies bij de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws