De regering heeft het besluit van de gemeenteraad van Utrecht om de ‘Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen’ te wijzigen terecht vernietigd, omdat dit besluit in strijd is met het recht en het algemeen belang. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 11 september 2024.
Door de vermogensnorm van de Participatiewet toe te passen op het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen, wordt het maximale bedrag aan spaargeld overschreden. De wetgever heeft nadrukkelijk gekozen voor een gesloten stelsel waarin de ruimte voor een gemeenteraad is begrensd om eigen regels te stellen over kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Het voeren van inkomensbeleid is geen gemeentelijke aangelegenheid, maar een zaak van het Rijk. De regering heeft terecht de wijziging van de verordening vernietigd om het belang van de rechtszekerheid te dienen en precedentwerking te voorkomen. De Afdeling heeft in haar uitspraak begrip voor de wens van de gemeenteraad om inwoners van Utrecht met een inkomen op bijstandsniveau de mogelijkheid te geven om een financiële buffer voor onverwachte uitgaven op te bouwen. Over de hoogte van de financiële buffer die burgers mogen aangehouden is op dit moment een politieke discussie gaande. Deze discussie heeft tot nu toe niet geleid tot wijziging van de landelijke regelgeving over kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De vermogensnorm die geldt voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kan in de toekomst wellicht worden verruimd, maar dat moet de landelijke wetgever dan doen, niet de gemeenteraad.
Bron: www.raadvanstate.nl