De voorgestelde verlenging van de beslistermijnen bij het rechtzetten van de toeslagenaffaire is kwetsbaar in het licht van het grondwettelijk recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn. Dat schrijft de Afdeling advisering van de Raad van State in een op 6 mei 2024 gepubliceerd advies over het wetsvoorstel aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen.
Het wetsvoorstel moet een verlenging van een aantal beslistermijnen op aanvragen en bezwaren bij de hersteloperatie toeslagen regelen. De beslistermijnen op aanvragen worden verdubbeld van nu zes tot twaalf maanden naar twaalf tot vierentwintig maanden. De beslistermijnen op bezwaar van nu zes tot achttien weken worden verlengd naar beslistermijnen van twaalf tot dertig maanden. Aanleiding voor het wetsvoorstel zijn uitspraken van de ABRvS in rechtszaken over het niet tijdig nemen van een beslissing door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). De ABRvS oordeelde dat het niet de taak van de bestuursrechter is om de problemen op te lossen met het halen van de beslistermijnen, die al voorzien waren bij de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen.
Nieuwe impasse
De juridische risico’s van het voorliggende voorstel zien volgens de Afdeling op de redelijke termijn in bezwaar- en beroepsprocedures. De voorgestelde verlenging is kwetsbaar in het licht van het grondwettelijk recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn. De Afdeling merkt op dat moet worden voorkomen dat in het licht van deze risico’s een nieuwe impasse ontstaat. Het advies aan de regering is om vooral in te zetten op maatregelen die het proces van afhandeling van aanvragen en bezwaren versnellen. Als dit niet mogelijk is, dan adviseert de Afdeling de regering om in de toelichting bij het wetsvoorstel dragend te motiveren waarom dit niet kan.
Advies Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen
Bron: www.raadvanstate.nl