De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) moet aan Groningse woningbezitters en woningcorporaties al voor de verkoop van hun woning de schade vergoeden. De waardevermindering aan de huizen door aardbevingen als gevolg van de gaswinning in het aardbevingsgebied komt direct voor vergoeding in aanmerking. Ook als er nog geen sprake is van fysieke schade of als de woning nog niet is verkocht.
Tot dat oordeel kwam de rechtbank Noord-Nederland gister in de zaak die door de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (stichting WAG) en 12 woningcorporaties tegen de NAM was ingesteld. De NAM vergoedde alleen de waardevermindering bij verkoop van de woning. De rechtbank Noord-Nederland geeft de eisers voor een groot deel gelijk
Waardevermindering door aardgasboringen
De rechtbank oordeelt dat het aannemelijk is dat er door waardevermindering aan de woningen in het getroffen gebied schade is als gevolg van door gaswinning veroorzaakte aardbevingen. 'In jurisprudentie van de Hoge Raad is herhaaldelijk uitgemaakt dat de aard van de schade zoals hier aan de orde, dus schade bestaande uit waardevermindering van onroerend goed, zich er op zichzelf niet tegen verzet dat deze schade wordt vastgesteld ongeacht verkoop.' aldus de rechtbank.
Schade nu al begroten
In deze zaak concludeert de rechtbank dat het aardbevingsrisico (en daarmee de waardevermindering) redelijkerwijs als blijvend of duurzaam is aan te merken. Schommelingen in de huizenmarkt in het aardbevingsgebied of de door de NAM te verwachte positieve effecten van hun maatregelen doen niet af aan het bestaan van de waardevermindering. Er zijn geen redenen om de schade niet nu al te begroten, of de woning verkocht is of niet.