De rechtbank Amsterdam heeft in een uitspraak van 9 oktober 2024 alle vorderingen van claimstichting Nuon-claim afgewezen. Stichting Nuon-claim had de procedure aangespannen tegen Vattenfall (voorheen NUON), zij vond dat Vattenfall bij de levering van elektriciteit ten onrechte bepaalde kosten in rekening bracht aan zakelijke klanten. De rechter is van oordeel dat Vattenfall die kosten in rekening mocht brengen en dat Vattenfall niet onrechtmatig heeft gehandeld.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Vattenfall als elektriciteitsleverancier een vergoeding op basis van gecontracteerd vermogen in rekening mocht brengen aan zakelijke klanten. Vattenfall bracht die kosten sinds de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in 2002 in rekening bij zakelijke klanten met een kleine grootverbruikersaansluiting op het elektriciteitsnet. Dit ging onder meer om middelgrote ondernemingen, kleine ondernemingen en non-profit instellingen. Volgens de Stichting Nuon-Claim mocht Vattenfall die kosten niet in rekening brengen omdat er tegenover de in rekening gebrachte kilowatt (kW)-vergoeding geen dienst of product stond. De zaak wordt voor een deel van de achterban van de stichting beoordeeld onder het oude collectieve actierecht (art. 3:305a (oud) BW) en deels onder de Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Actie van 2020 (WAMCA; art. 3:305a BW). De stichting is al eerder ontvankelijk verklaard en in de WAMCA-zaak als exclusieve belangenbehartiger aangewezen.
Uitspraak rechtbank
De rechtbank concludeert dat er geen misleiding heeft plaatsgevonden door het in rekening brengen van de kW-vergoeding. Die vergoeding mocht volgens het Besluit Vaststelling tariefdragers tarieven transport en levering elektriciteit uit 1999 ook in het leveringsafhankelijke element van het tarief worden opgenomen. De rechtbank verwerpt daarom het standpunt van de stichting dat die vergoeding alleen door de netbeheerder mocht worden berekend voor het transport van elektriciteit. De claim van de stichting dat Vattenfall essentiële informatie heeft verzwegen over de kW-vergoeding wijst de rechtbank af. De vergoeding was eenvoudig te berekenen op basis van de aanbieding van Vattenfall. Bovendien maakte de toelichting, die stond vermeld op de aanbieding en de energienota’s, de prijsopbouw duidelijk. De klanten zijn dan ook niet op het verkeerde been gezet aldus de rechtbank. Ook maakte Vattenfall duidelijk dat de netbeheerder een bedrag in rekening brengt voor het transport van elektriciteit en dat dit niet is inbegrepen in de prijs die Vattenfall bij deze klanten in rekening brengt. De stichting stelde ook dat Vattenfall het stilzitten van een deel van haar klanten na een nieuw jaarlijks aanbod misbruikte. De rechtbank oordeelt dat de kW-klanten in de geliberaliseerde markt de keuze hadden bij welke energieleverancier zij energie afnamen. Zij waren dus vrij om te onderhandelen over de contractvoorwaarden en om over te stappen naar een andere leverancier, maar hebben dit om wat voor reden niet gedaan. In deze situatie kan een kW-klant er niet over klagen dat die zelf niet het vergelijkend onderzoek heeft gedaan, dat een andere klant wel heeft gedaan. De rechtbank wijst alle vorderingen van Stichting Nuon-claim tegen Vattenfall af. Vattenfall heeft geen andere zorgvuldigheidsnorm overschreden en er is evenmin sprake van onverschuldigde betaling van de kW-vergoeding.
ECLI:NL:RBAMS:2024:6118
Bron: www.rechtspraak.nl