De rechtbank Den Haag heeft in uitspraken van 20 maart 2025 in twee zaken uitleg gevraagd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) over de Opvangrichtlijn en de Terugkeerrichtlijn. Het gaat om twee zaken van vreemdelingen die op Schiphol asiel hebben aangevraagd en in grensdetentie in Justitieel Complex Schiphol (JCS) zijn geplaatst.

De rechtbank heeft het HvJ EU gevraagd om uitleg te geven over wat onder een ‘gespecialiseerde bewaringsaccommodatie’ als bedoeld in de Opvangrichtlijn, die van toepassing is op asielzoekers, en de Terugkeerrichtlijn, die van toepassing is op uitgeprocedeerde asielzoekers, moet worden verstaan. De rechtbank heeft eerder een bezoek gebracht aan JCS en geconcludeerd dat het geen geschikte plaats is om asielzoekers vast te houden. Detentie van asielzoekers in JCS is dan ook onrechtmatig oordeelde de rechtbank op 31 januari 2025 (ECLI:NL:RBDHA:2025:1161). De Raad van State denkt daar anders over en oordeelde op 26 februari 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:789) dat JCS een gespecialiseerde bewaringsaccommodatie is in de zin van de Opvangrichtlijn. De rechtbank heeft zich in principe te houden aan dit oordeel van de hoogste Nederlandse bestuursrechter. Maar de rechtbank is ook verplicht om het unierecht op een juiste manier toe te passen en er is bij de rechtbank onduidelijkheid over welke uitleg moet worden gegeven aan het unierechtelijke begrip ‘gespecialiseerde bewaringsaccommodaties’ en hoe de rechter dit inhoudelijk moet toetsen. Ook bestaat onduidelijkheid over de maximale duur van de rechterlijke procedure in zaken van gedetineerde asielzoekers. Daarom is er een goede reden om het HvJ EU prejudiciële vragen te stellen over de Opvangrichtlijn en de Terugkeerrichtlijn.

Zie ook opinie van Galina Cornelisse Grensdetentie Schiphol gepubliceerd in NJB 2025/366, afl. 7.

ECLI:NL:RBDHA:2025:4570

ECLI:NL:RBDHA:2025:4571

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws