Op 1 januari 2020 trad de Wet afwikkeling massaschade collectieve actie (WAMCA) in werking. In 2025 zal de WAMCA worden geëvalueerd. Bureau Clara Wichmann en Stichting PILP onderzochten obstakels die de WAMCA creëert voor belangenorganisaties die ideële acties voeren. Hoewel het expliciet niet de bedoeling was van de wetgever om ideële acties moeilijker te maken, heeft de WAMCA procedurele en praktische obstakels in het leven geroepen voor belangenorganisaties die procedures voeren met een ideëel doel.
De geschetste obstakels in het rapport zijn:
- Het lichte en zware ontvankelijkheidsregime; De WAMCA hanteert twee ontvankelijkheidsregimes: ‘licht’ en ‘zwaar’. Aan het zware ontvankelijkheidsregime, met extra vereisten ten aanzien van governance, financiering en transparantie, kunnen veel ideële belangenbehartigers niet voldoen. Dit zware regime was bedoeld voor schadevergoedingsacties, maar wordt soms ook toegepast op vorderingen met een ideëel doel.
- Het representativiteitsvereiste; De introductie van het representativiteitsvereiste onder de WAMCA heeft geleid tot aanzienlijke complicaties voor belangenbehartigers in ideële acties. Dit vereiste is bedoeld om claimstichtingen die met overwegend commerciële motieven gebruikmaken van de collectieve schadevergoedingsactie buiten de deur te houden, maar het vereiste blijkt in de praktijk door haar kwantitatieve invulling niet te passen bij de aard van ideële acties waarin geen schadevergoeding wordt gevorderd.
- Het gelijksoortigheidsvereiste; Sinds de invoering van de WAMCA is er een toenemend risico op verwarring tussen het gelijksoortigheidsvereiste en het representativiteitsvereiste. Het risico bestaat dat rechters deze vereisten onvoldoende onderscheiden, wat kan resulteren in een nog strengere toetsing. Dit vormt een extra hindernis voor belangenorganisaties die collectieve acties voeren.
- De vereisten in kort geding en hoger beroep; De WAMCA is onduidelijk over de vereisten voor het kort geding en hoger beroep. In een kort geding gelden de ontvankelijkheidseisen uit art. 3:305a BW onverkort, maar er bestaat aanzienlijke variatie in de mate waarin rechters in kort geding de ontvankelijkheid van belangenbehartigers inhoudelijk toetsen. De wetgever heeft daarnaast geen duidelijkheid verschaft over de ontvankelijkheidsvereisten in hoger beroep.
- Uitbreiding van het gezag van gewijsde; Sinds de WAMCA is een uitspraak in een collectieve actie bindend voor iedereen die tot de nauw afgebakende groep van personen in de achterban behoort, behalve voor de personen die gebruik hebben gemaakt van hun opt-outmogelijkheid. Het nauwgezet afbakenen van de achterban en het bieden van een opt-out is in ideële acties echter vaak geen reële mogelijkheid. De uitbreiding van het gezag van gewijsde beperkt bovendien de mogelijkheid van individuen die geen gebruik hebben gemaakt van hun opt-outmogelijkheid om bij een afwijzend vonnis opnieuw toegang tot de rechter te krijgen om in het licht van hun individuele omstandigheden of nieuw bewijsmateriaal een andere uitkomst te bepleiten.
- Ontvankelijkheid van individuele eisers en doorprocederen bij mensenrechtenhoven; Regelmatig worden individuele mede-eisers in collectieve acties niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van een zelfstandig, eigen belang naast dat van de belangenbehartiger. Dit kan problemen veroorzaken voor individuen die later toegang willen krijgen tot mensenrechtenhoven, aangezien deze instanties vaak vereisen dat de klager een natuurlijk persoon is en eerst de nationale rechtsgangen heeft doorlopen.
- Overkoepelende belemmeringen; De WAMCA zorgt in de praktijk voor meer proceshandelingen, zoals het indienen van stukken voor tussenvonnissen over de ontvankelijkheid en de opt-outkennisgeving, vertraging, extra advocaatkosten en investeringen.
Het rapport doet aanbevelingen om de tekortkomingen binnen de huidige wetgeving aan te pakken. Het maken van een onderscheid tussen ideële acties en schadevergoedingsacties in de wet is gerechtvaardigd, omdat in ideële acties andere belangen worden behartigd en andere waarborgen nodig zijn. Zo kan worden gewaarborgd dat ideële belangenbehartigers effectief gebruik kunnen blijven maken van het rechtssysteem om mensenrechten te beschermen en maatschappelijke belangen te dienen.
De obstakels van de WAMCA voor ideële organisaties
Bron: www.clara-wichmann.nl