De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 27 maart 2024 uiteengezet welk recht van toepassing is op vervolgbesluiten die na 1 januari 2024 worden genomen na vernietiging van een ruimtelijk plan. In de uitspraak schetst de Afdeling enkele veelvoorkomende scenario’s. Een van de belangrijkste conclusies is dat de Omgevingswet van toepassing is als bestemmingsplan in werking is getreden en daarna wordt vernietigd.

Het overgangsrecht bij nieuwe besluiten na 1 januari 2024 over een ruimtelijk plan:

  • Omgevingswet is van toepassing als bestemmingsplan in werking is getreden en daarna wordt vernietigd
    Als de voorzieningenrechter een bestemmingsplan niet heeft geschorst, dan betekent dit dat het in werking getreden bestemmingplan op 1 januari 2024 onderdeel is geworden van het omgevingsplan. Als de Afdeling het bestemmingsplan vervolgens helemaal of gedeeltelijk vernietigt, dan is op een eventueel nieuw besluit de Omgevingswet van toepassing. Het overgangsrecht van de Omgevingswet bepaalt dat de Wet ruimtelijke ordening van toepassing blijft op een bestemmingsplan tot dat plan van kracht is, wat betekent dat het bestemmingsplan in werking moet zijn getreden. Als dat het geval is, dan is dat overgangsrecht 'uitgewerkt' en kan dat niet opnieuw gaan gelden als het plan wordt vernietigd.
  • Omgevingswet is ook van toepassing als het plan dat in werking is getreden alsnog wordt geschorst en daarna wordt vernietigd
    Het bovenstaande geldt ook wanneer de voorzieningenrechter een plan helemaal of gedeeltelijk schorst naar aanleiding van een verzoek om voorlopige voorziening dat buiten de beroepstermijn is ingediend. Als de Afdeling bestuursrechtspraak het bestemmingsplan vervolgens helemaal of gedeeltelijk vernietigt, dan is op een eventueel nieuw besluit de Omgevingswet van toepassing. Ook dan is immers het overgangsrecht uitgewerkt, omdat het bestemmingsplan in werking is getreden, voordat het werd geschorst.
  • Wet ruimtelijke ordening is van toepassing als bestemmingsplan wordt vernietigd dat nooit in werking is getreden
    Heeft de voorzieningenrechter naar aanleiding van een verzoek om voorlopige voorziening dat binnen de beroepstermijn is ingediend, het hele bestemmingsplan geschorst én wordt het plan vervolgens volledig vernietigd? Dan is het plan nooit in werking getreden en is het overgangsrecht niet uitgewerkt.
  • Welk recht is van toepassing als enkele plandelen worden geschorst naar aanleiding van een verzoek om voorlopige voorziening dat binnen de beroepstermijn is ingediend?
    Hier zijn twee situaties te onderscheiden. Vernietigt de Afdeling bestuursrechtspraak alleen de geschorste plandelen én wil de gemeenteraad met een nieuw besluit dezelfde ontwikkeling voor deze plandelen mogelijk maken zonder grote wijzigingen aan te brengen? Dan is de Wet ruimtelijke ordening van toepassing en kan de gemeenteraad terugvallen op het ontwerpplan voor de plandelen. Dit ligt anders als de Afdeling bestuursrechtspraak na de schorsing van enkele plandelen het hele bestemmingsplan vernietigt. In dat geval zou een strikte uitleg van het overgangsrecht ertoe leiden dat voor de geschorste plandelen kan worden teruggevallen op het ontwerpplan en dat voor de niet geschorste plandelen de Omgevingswet zou gelden. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is dat vanuit het oogpunt van rechtszekerheid niet wenselijk. Omdat in dit geval het grootste deel van het bestemmingsplan in werking is getreden, is op een nieuw besluit de Omgevingswet van toepassing.

ECLI:NL:RVS:2024:1174

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws