De Minister van Asiel en Migratie moet voortaan uitdrukkelijker de individuele situatie van een vreemdeling uit een land waar willekeurig geweld is door een gewapend conflict, betrekken bij de beslissing om een vreemdeling asiel te verlenen. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 17 juli 2024.

De vreemdelingen in deze zaak komen uit Libië. De echtgenoot van het gezin heeft in Tripoli als beveiliger van hooggeplaatste politici gewerkt en is als gevolg daarvan bedreigd door milities. De echtgenoot zou tijdens een rondje hardlopen zijn beschoten en daarbij in zijn hoofd zijn geraakt. Daarom heeft hij, samen met zijn vrouw en kinderen, Libië verlaten. Volgens de minister hebben de vreemdelingen niet aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer een reëel risico lopen op ernstige schade. De minister acht het geloofwaardig dat de echtgenoot als beveiliger van politici heeft gewerkt, maar heeft de problemen die hij heeft ondervonden als gevolg van zijn beroep ongeloofwaardig geacht.

Prejudiciële verwijzing HvJ EU

Op 9 november 2023 heeft het Europese Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2023:843) op prejudiciële vragen geoordeeld dat ook als sprake is van een land dat wordt geteisterd door willekeurig geweld door een gewapend conflict, de individuele situatie van een vreemdeling moet worden betrokken bij de beoordeling of hij asiel moet krijgen. De individuele situatie kan namelijk zorgen voor een verhoogde kans om slachtoffer te worden van willekeurig geweld. Hoe meer de individuele situatie van een vreemdeling het risico op willekeurig geweld verhoogt, hoe minder de mate van willekeurig geweld hoeft te zijn om asiel te krijgen. Alleen in de meest uitzonderlijke situatie van willekeurig geweld door een gewapend conflict in een land, waarin iedereen alleen al door daar te zijn een reëel risico loopt op ernstige schade, hoeft de individuele situatie niet bij de beoordeling te worden betrokken.

Arrest ABRvS

De Afdeling oordeelt in deze uitspraak in lijn met het arrest van het Europese Hof. In deze zaak komt de Afdeling tot de conclusie dat de veiligheidssituatie in Libië, en in Tripoli in het bijzonder, ertoe leidt dat de minister de individuele situatie van het gezin had moeten betrekken bij zijn oordeel of zij asiel moeten krijgen. Er is in Libië namelijk sprake van willekeurig geweld door een gewapend conflict, maar niet in zulke mate dat iedereen gevaar loopt alleen al door daar te zijn. Omdat de minister tijdens de procedure alsnog voldoende heeft gemotiveerd waarom de individuele situatie van dit gezin onvoldoende is om het gezin asiel te verlenen, hoeft de minister geen nieuwe besluiten op de asielaanvraag van het gezin te nemen.

ECLI:NL:RVS:2024:2927

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws