De Internationale Rechtshulpkamer (IRK) staat overlevering toe van een Pool die in zijn geboorteland is veroordeeld voor bedreigingen. Ook een andere Pool, die wordt verdacht van onder meer oplichting en daarvoor nog moet worden berecht, mag worden overgeleverd. De IRK oordeelt dat geen reëel gevaar bestaat dat hun grondrecht op een eerlijk proces is of zal worden geschonden.

Vanwege de systemische gebreken in de Poolse rechtsorde is volgens de IRK er voor verdachten in het algemeen een reëel gevaar bestaat dat zij geen eerlijk proces krijgen, omdat hun recht om berecht te worden door een gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld, niet langer is gewaarborgd. Vervolgens diende de IRK de vraag te beantwoorden of er voor verdachten inidividueel ook een reëel gevaar bestaat dat zij geen eerlijk proces krijgen, oftewel moest de IRK nagaan of de twee Polen in deze zaken in geval van overlevering een dergelijk reëel gevaar zouden lopen. Dit volgde uit een eerdere prejudiciële procedure waarin het Hof van Justitie EU op 22 februari 2022 vragen van de IRK beantwoordde (ECLI:EU:C:2022:100). 

De IRK heeft geoordeeld dat de betrokkenen zelf feiten en omstandigheden moeten aanvoeren waaruit blijkt dat de systemische gebreken een concrete invloed op de behandeling van hun strafzaak hebben gehad of zullen hebben. Op basis van wat de twee Polen hebben aangevoerd, is er geen vermoeden dat er bij hen van zo’n invloed sprake is.

Bron: rechtspraak.nl

Laatste nieuws