De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) schrijft in een bericht van 24 april 2025 een brief te hebben gestuurd aan de Staatsecretaris voor Rechtsbescherming over erkenning en compensatie voor vrouwelijke rechters en officieren van justitie in opleiding die in het verleden ongelijk zijn beloond. Volgens de vereniging gaat dit voor de rechtspraak als geheel pijnlijke dossier een nieuwe fase in nu de nieuwe inschalingsmethodiek een einde maakt aan de geconstateerde discriminatie.

Uit eerder onderzoek blijkt dat het oude inschalingssysteem waarbij het laatste verdiende salaris als uitgangspunt werd genomen, in de praktijk heeft geleid tot discriminatie van vrouwen. Zij kregen gemiddeld een lagere inschaling dan mannelijke collega’s met vergelijkbare ervaring. Dit systeem is inmiddels afgeschaft, maar heeft wel gevolgen gehad voor mensen die vóór 1 juli 2023 aan hun opleiding zijn begonnen. Het criterium ‘laatstverdiende loon’ heeft inmiddels plaatsgemaakt voor inschaling op basis van een non-discriminatoire methode, te weten ongewogen (werk)ervaring.  De NVvR stelt dat er drie stappen nodig zijn om het ontstane onrecht recht te zetten:

  1. Uitdrukkelijke erkenning, ook door de Minister, dat het oude beleid discriminerend heeft uitgewerkt.
  2. Verandering van het oude criterium naar een nieuw niet-discriminerend criterium.
  3. Financiële compensatie voor de benadeelde groep die onder het oude systeem is gestart.

De NVvR vraagt zowel het onverkort toepassen van het nieuwe systeem op iedereen die op 1 juli 2023 in de opleiding zat, als het compenseren van de benadeelde groep die voor 1 juli 2023 in dienst is gekomen.

Bron: www.nvvr.org

Laatste nieuws