Uit een nulmeting van de Wet handhaving kraakverbod – inwerkingtreding 1 juli 2022 - blijkt dat bij de meeste kraakincidenten in 2021 de krakers het pand in overleg met de eigenaar verlieten. Slechts in 10% van de kraakincidenten gaf de officier van justitie een aanzegging tot ontruiming. Dat staat in een onderzoek van Bureau Ateno in opdracht van het WODC dat op 13 april 2023 is gepubliceerd.

Door de Wet handhaving kraakverbod kunnen krakers binnen 3 dagen uit een gekraakt pand worden gezet. Voor die tijd konden krakers een kort geding aanspannen tegen de uitzetting, dat ze dan in het gekraakte pand mochten afwachten. Dat kon tot wel 8 weken duren. De wet kwam op initiatief van Tweede Kamerleden tot stand. In 2021 is bij 45 van de 128 incidenten (35%) een strafrechtelijke route gevolgd om het kraakincident te beëindigen. Zo beëindigde de politie 20 kraakincidenten op heterdaad. En in 12 zaken ging ze over tot ontruiming wegens bijzondere omstandigheden, zoals een gevaarlijke situatie of andere strafbare feiten. De route die in de nieuwe wet centraal staat en waarbij de officier van justitie een ontruiming aanzegt, kwam in 13 zaken voor. In de overige 83 zaken (65%) verlieten de krakers het pand in overleg met de eigenaar of spande de eigenaar een kort geding aan.

Geen sprake van een woonmodel

Dat krakers een kort geding aanspannen bij een aanzegging tot ontruiming, zagen de initiatiefnemers van de nieuwe wet als een misbruik van rechtsmiddelen. Daarmee zou er in hun ogen een zogenaamd woonmodel ontstaan, waarbij krakers van kraakpand naar kraakpand trekken en daarbij de wettelijke mogelijkheden benutten om – via een kort gedingprocedure – zo lang mogelijk in het gekraakte pand te kunnen blijven. In de 13 zaken in 2021 waarin de officier de ontruiming heeft aangezegd, gebruikten de krakers inderdaad die wettelijke mogelijkheid: in 10 gevallen spanden ze een kort geding aan tegen de aangezegde ontruiming. De onderzoekers hebben echter niet de indruk dat er in 2021 sprake is van een woonmodel. Het gaat namelijk om slechts een heel klein deel van alle kraakincidenten. Bovendien blijkt uit de gegevens dat het niet steeds om dezelfde groepen krakers gaat. Volgens de onderzoekers gingen de meeste krakers na een ontruiming op zoek naar een alternatief anders dan het kraken van woonruimte.

Evaluatie Wet handhaving kraakverbod

Bron: www.wodc.nl

Laatste nieuws