Uit literatuuronderzoek naar de effectiviteit van opsporingsactiviteiten komt naar voren dat er meer bekend is over opsporingsmethoden die al langere tijd worden toegepast en minder over de effectiviteit van recentere methoden. Dat staat in het op 2 mei 2023 gepubliceerde rapport van de DSP-groep dat het onderzoek deed in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
De onderzoekers stellen vast dat voor een aantal soorten opsporingsmethoden veel kennis beschikbaar is over de effectiviteit van deze methoden. Dat geldt met name voor klassieke opsporingsmethoden - in het bijzonder verhoor en burgeropsporing - en voor forensische methoden, zoals studies naar forensisch bewijs in algemene zin en naar DNA. Daarnaast is er ook veel effectonderzoek beschikbaar naar cameratoezicht en de toepassing van bijzondere opsporingsbevoegdheden. Vrijwel alle onderzoeken laten zien dat de gebruikte opsporingsmethoden een bijdrage aan het opsporingsproces leveren. Nader onderzoek is nog wel wenselijk naar het gebruik van camerabeelden, burgeropsporing via sociale media, telefonische meldingen en het horen van getuigen. Daarnaast blijkt dat er minder onderzoeksliteratuur is gevonden voor digitale en financiële opsporingsmethoden en internationale opsporing. Zo is de effectiviteit van digitale opsporingsmethoden een nog vrijwel braakliggend onderzoeksgebied. Dit terwijl deze methoden inmiddels gemeengoed zijn geworden. Ook is er weinig (actueel) onderzoek gevonden over financiële opsporingsmethoden. Volgens experts is hierbij veel vernieuwing mogelijk, onder andere op het gebied van cryptovaluta.
Effectiviteit van politiële opsporingsmethoden
Bron: www.wodc.nl