Het wetsvoorstel nieuwe regels inzake huisvesting vergunninghouders maakt het gemeenten onmogelijk om zich aan hun wettelijke taak te houden. Bovendien zal het wetsvoorstel onvermijdelijk leiden tot verdere schending van de rechten van mensen die aangewezen zijn op asielopvang. Dat schrijft het College voor de Rechten van de Mens in een op 19 maart 2025 gepubliceerd wetgevingsadvies. Met het wetsvoorstel wordt het verboden voor gemeenten om vergunninghouders voorrang te verlenen op de grond dat zij vergunninghouder zijn.

Mensenrechten zoals het recht op huisvesting en het recht op gezinsleven worden met het voorstel geraakt. Het College stelt daarnaast vast dat het wetsvoorstel in de huidige vorm strijdig is met het verbod op discriminatie op grond van ras en nationaliteit. Omdat het wetsvoorstel de mensenrechten en de democratische rechtsstaat ernstig ondermijnt, adviseert het College het voorstel in de huidige vorm niet door te zetten:

  • Het wetsvoorstel is in strijd met het recht op huisvesting omdat het leidt tot structurele achterstelling en afzondering van mensen met een asielstatus, wat in de weg staat aan volwaardige deelname in de samenleving. Daarnaast heeft de maatregel verdere schending van de rechten van mensen die aangewezen zijn op de asielopvang tot gevolg.
  • Het wetsvoorstel maakt indirect ongerechtvaardigd onderscheid op grond van ras en nationaliteit. Op basis van de in de memorie van toelichting gegeven onderbouwing is het specifiek uitsluiten van voorrang geen geschikt, noodzakelijk en proportioneel middel om eerlijke woonruimteverdeling op basis van gelijke kansen te realiseren.
  • De stigmatiserende effecten die van het voorgestelde beleid uitgaan vormen een voedingsbodem voor verdeeldheid, uitsluiting en discriminatie. Dit heeft niet alleen menselijk leed tot gevolg, maar ondermijnt potentieel ook de democratische rechtsstaat.
  • Het wetsvoorstel heeft hoogstwaarschijnlijk tot gevolg dat een groot gedeelte van de mensen met een subsidiaire beschermingsstatus niet aan de vereisten voor gezinshereniging zal kunnen voldoen of dat er feitelijk geen huisvesting beschikbaar is waar gezinsleden kunnen wonen. Dit betekent dat gezinsleden, waaronder kinderen, gedurende zeer lange tijd gescheiden van elkaar moeten leven. Dit is in strijd met art. 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens en het Kinderrechtenverdrag.

Wetgevingsadvies wetsvoorstel nieuwe regels inzake huisvesting vergunninghouders

Bron: www.mensenrechten.nl

Laatste nieuws