Mensen die in het buitenland verblijven en een schuld hebben bij de overheid kan een paspoort worden geweigerd op grond van de Paspoortwet. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 10 april 2024 in twee uitspraken bepaald dat mensen die hiermee te maken hebben meer rechtsbescherming van de bestuursrechter krijgen.
Om iemand met de Nederlandse nationaliteit een paspoort te kunnen weigeren, moet deze persoon in het Register Paspoortsignaleringen worden opgenomen. Zo’n verzoek wordt gedaan als iemand bij bijvoorbeeld de Belastingdienst of de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een schuld van een bepaalde hoogte heeft en die niet betaalt en er ook geen afspraken over de aflossing zijn gemaakt. Bovendien moet er een gegrond vermoeden bestaan dat deze persoon zich door verblijf in het buitenland aan invordering van de schuld zal onttrekken. Tot nu toe was het alleen mogelijk om een bezwaar in te dienen en een procedure te starten tegen het weigeren van een paspoort. Tegen de paspoortsignalering zelf kon geen bezwaar en beroep worden ingediend.
Uitspraak Raad van State
Paspoortsignalering is geen besluit, verzoek om signalering wel: de Afdeling is van oordeel dat volgens de lijn van de bestaande jurisprudentie onvoldoende bestuursrechtelijke rechtsbescherming wordt geboden tegen onrechtmatige paspoortsignalering. De redenen die ten grondslag liggen aan de paspoortsignalering kunnen namelijk - behoudens een toets aan de hand van het criterium of er gegronde reden is voor twijfel aan de rechtmatigheid van de signalering - niet door de bestuursrechter beoordeeld worden. Dat betekent dat een bestuursrechtelijke mogelijkheid om een paspoortsignalering te toetsen ontbreekt. De Afdeling ziet daarom aanleiding haar rechtspraak aan te passen. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 17 augustus 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2264) maakt art. 1:3 van de Awb een onderscheid tussen besluiten en aanvragen, zijnde verzoeken tot het nemen van een besluit. Ook een bestuursorgaan kan een aanvraag indienen. Het verricht dan een op rechtsgevolg gerichte handeling. Uit dit onderscheid kan echter worden afgeleid dat de beslissing van een bestuursorgaan om een ander orgaan te verzoeken een besluit te nemen zelf niet als besluit moet worden aangemerkt. Met het oog op het bieden van effectieve rechtsbescherming ziet de Afdeling aanleiding om in het geval van een signalering op grond van de Paspoortwet hierop een uitzondering aan te nemen. Zij is thans van oordeel dat de beslissing van een verzoekende instantie om een verzoek te doen aan de Minister van BZK om iemand te signaleren een besluit is in de zin van art. 1:3 van de Awb. De paspoortsignalering zelf, dus de feitelijke registratie van de betrokkene in het Register, is dat niet.
ECLI:NL:RVS:2024:1436 (paspoortsignalering)
ECLI:NL:RVS:2024:1438 (weigeren paspoort)
Bron: www.raadvanstate.nl