Het is heel erg onwaarschijnlijk dat Nederland het wettelijke klimaatdoel van 55 procent emissiereductie in 2030 haalt. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de op 24 oktober 2024 gepubliceerde Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2024. De Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) waarschuwt in de Klimaatbeschouwing 2024 dat er snel effectiever klimaatbeleid nodig is.
Het PBL schrijft dat de verwachte emissiereductie in 2030 dit jaar 1 tot 5 procentpunt lager uitvalt dan de 46 tot 57 procent in de doorrekening van vorig jaar. Dat is deels te wijten aan tegenslagen in de uitvoering, zoals vertraging van windparken op zee en stagnatie bij de productie van groene waterstof. Maar ook politieke keuzes in het afgelopen jaar zorgen voor minder verwachte emissiereductie. Dit geldt voor het schrappen van Betalen naar Gebruik (kilometerbeprijzing) en voor beleidswijzigingen door het nieuwe kabinet (onder meer de wens tot hernieuwde mestderogatie, verhoging van de maximumsnelheid en het afschaffen van de salderingsregeling voor zonnepanelen). Zonder nieuwe plannen, en snelle uitvoering daarvan, haalt Nederland het doel van 55 procent niet. Om het doel met 50 procent kans te halen is nog 16 megaton extra uitstootreductie in 2030 nodig, om het doel met een heel erg grote kans (95 procent) te halen is nog 24 megaton extra reductie nodig. Geagendeerde plannen, die niet concreet genoeg waren om in de KEV te kunnen doorrekenen, kunnen hier volgens de Klimaatnota van het kabinet slechts een klein deel van invullen.
Klimaatbeschouwing RvS
De Afdeling ziet aanzienlijke risico's voor het behalen van de klimaatdoelen door de gemaakte keuzes in de concept-Klimaatnota in samenhang met het regeerprogramma. Zo is besloten tot uitstel of afstel van een aantal maatregelen van het vorige kabinet, wordt gekozen voor een beperking van ruimte voor wind op zee en op land en wordt een aantal subsidies afgeschaft of verminderd. Het kabinet erkent dat het niet waarschijnlijk is dat de bestaande klimaatdoelen kunnen worden gerealiseerd met het huidige beleid en heeft aangekondigd dat er in het voorjaar alternatief beleid zal worden gepresenteerd. Toch is het onzeker of dat toereikend zal zijn en op tijd zal komen om de doelstellingen voor 2030 te halen. Ook signaleert de Afdeling op basis van de gegevens van het PBL dat er nog onvoldoende Europees en nationaal beleid is dat past bij de benodigde grote emissiereductie richting 2040.
Klimaatnota 2024
De Minister van KGG heeft op 24 oktober 2024 de jaarlijkse Klimaat- en Energienota naar de Tweede Kamer gestuurd. In de Klimaatnota staat dat het kabinet in het voorjaar beslissingen zal nemen over alternatieve maatregelen, gebaseerd op de verwachting van het PBL dat Nederland in 2030 op 45 tot 52% minder broeikasgas komt. Het doel is 55%. Daarnaast moet nu ook vooruit gepland worden voor nĂ¡ 2030. De meeste maatregelen hebben een ruime aanlooptijd voordat ze in werking treden.
Klimaatdoel 2030 raakt uit zicht; extra beleid met snel effect nodig
Beschouwing RvS Concept-Klimaatnota 2024
Bronnen: www.pbl.nl; www.raadvanstate.nl en www.rijksoverheid.nl