De Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) pleit voor meer betekenisvolle sancties en dat blijken korte detenties niet te zijn. De RSJ is dan ook van mening dat het aantal korte detenties moet worden teruggedrongen. De RSJ adviseert dan ook het taakstrafverbod terug te draaien en het wetsvoorstel Uitbreiding taakstrafverbod in te trekken. Want de samenleving is gebaat bij een effectieve strafrechtspleging met maatschappelijke meerwaarde.


Dat staat in het advies Korte detenties nader bekeken, over betekenisvolle alternatieven voor korte detenties, dat de RSJ op eigen initiatief heeft uitgebracht en aangeboden aan de Minister voor Rechtsbescherming.

Korte detenties

Een zeer groot deel van de detenties in Nederland duurt kort. Ongeveer driekwart (74%) van alle detenties duurt korter dan drie maanden. Het gaat hierbij niet alleen om de korte gevangenisstraf, maar ook om andere modaliteiten zoals voorlopige hechtenis en vervangende hechtenis. De RSJ is van mening dat het aantal korte detenties moet worden teruggedrongen en pleit voor een betekenisvolle, maatschappelijk relevante en effectieve reactie op maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag. Die reactie zou moeten bijdragen aan herstel van het aangedane leed en verstoorde verhoudingen. In elke samenleving is reageren op norm overschrijdend gedrag noodzakelijk. Daarbij is het onvermijdelijk dat in het geval van (ernstig) crimineel gedrag mensen soms worden gedetineerd. Maar dat legitimeert niet het grote aantal korte detenties in Nederland. Korte detenties zijn namelijk weinig effectief en/of betekenisvol. De mogelijkheden voor gedragsverandering en re-integratie zijn zeer beperkt. Daar komt bij dat ook een korte detentie tot detentieschade kan leiden, door het (mogelijke) verlies van een baan, inkomen, huisvesting en het stigma van verblijf in een justitiële inrichting voor de justitiabele en diens omgeving. Bovendien is het recidiverisico na detentie hoog en zijn detenties duur in vergelijking met alternatieven.

Naast de beperkte effectiviteit komen korte detenties slechts ten dele tegemoet aan de verschillende strafdoelen. De afschrikwekkende werking van een detentie is beperkt en er zijn slechts beperkte mogelijkheden om deel te nemen aan resocialisatie- en re-integratieactiviteiten tijdens, en in aansluiting op, een korte detentie. Ook draagt detentie niet bij tot herstel. Aan het strafdoel vergelding wordt tegemoetgekomen, maar uitsluitend dit doel is naar het oordeel van de RSJ onvoldoende.

Aanbevelingen

De RSJ adviseert de minister zich in te spannen om het aantal korte detenties te verminderen en de toepassing van betekenisvolle(re) sancties te stimuleren. Om korte detenties te kunnen verminderen is maatwerk vereist. Elke modaliteit vraagt om een andere aanpak. De aanbevelingen zijn gericht op de volgende drie modaliteiten:

voorlopige hechtenis, gevangenisstraf (inclusief zelfmelders) en vervangende hechtenis.

 

Voorlopige hechtenis

  1. Stimuleer de schorsing van de voorlopige hechtenis onder voorwaarden, waarbij elektronische controlemiddelen kunnen worden ingezet.

 

Alternatieven voor de korte gevangenisstraf

  1. Heroverweeg het taakstrafverbod (art. 22b Sr) zodat de rechter een taakstraf kan opleggen indien dit de meest passende straf is. In het verlengde hiervan is de RSJ geen voorstander van uitbreiding van het taakstrafverbod, zoals opgenomen in het wetsvoorstel Uitbreiding taakstrafverbod en adviseert dit in te trekken.
  2. Het arsenaal van bijzondere voorwaarden biedt mogelijkheden om op de persoon toegesneden voorwaarden aan de voorwaardelijke straf te verbinden. Stimuleer daarom de voorwaardelijke sancties.
  3. Neem elektronische detentie op als hoofdstraf in artikel 9 Sr. Neem hierbij tevens in de wet op dat deze kan worden gecombineerd met bijzondere voorwaarden.
  4. Zelfmelders bij wie geruime tijd verstrijkt tussen vonnis en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, moeten in aanmerking komen voor alternatieven voor korte detenties. Onderzoek daarom welke mogelijkheden er zijn. Terugdringen van vervangende hechtenis
  5. Laat voorafgaand aan het opleggen van een sanctie vaker en beter onderzoeken welke sanctie passend en haalbaar is. Dit kan door vaker advies van de reclassering in te winnen en de reclassering te vragen nadrukkelijker alternatieven te overwegen en te adviseren. Door meer op de persoon toegesneden sancties, kunnen omzettingen naar vervangende hechtenis voorkomen worden.
  6. Verbeter de uitvoering van de taakstraf en het innen van boetes, zodat tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis vaker kan worden voorkomen.
  7. Laat de reclassering bij de retourzending van een mislukte taakstraf een advies bijvoegen voor de rechter over een passende reactie.
  8. Neem naast de vervangende hechtenis ook de mogelijkheid van de vervangende taakstraf op in de wet, zodat een boete die is opgelegd door de rechter kan worden omgezet in vervangende taakstraf.

Laatste nieuws